Ons doel is dat zo veel mogelijk WW’ers weer aan het werk gaan. Niet iedereen kan dat op eigen kracht. Met het extra geld van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) kunnen we een flink deel van de WW’ers die dat nodig hebben meer ondersteuning op maat bieden.
Het gaat daarbij niet alleen om mensen met een zwakke of matige arbeidsmarktpositie. Waar nodig bieden we deze ondersteuning ook aan mensen die aanvankelijk een goede arbeidsmarktpositie lijken te hebben maar er na zes maanden nog niet in zijn geslaagd zelfstandig werk te vinden. Sinds 2019 kunnen we ook extra ondersteuning bieden aan WW‑uitkeringsgerechtigden met een arbeidsbeperking van wie bij de WIA‑beoordeling of de eerstejaars Ziektewet‑beoordeling is vastgesteld dat ze minimaal 65% van het maatmaninkomen kunnen verdienen en daarom geen recht (meer) op een WIA- of Ziektewet‑uitkering hebben.
We willen onze klanten, gedurende de gehele WW‑periode, op maat en op het juiste moment de dienstverlening bieden die ze nodig hebben. Het hele jaar door organiseren wij ontmoetingen tussen werkgevers en werkzoekenden om vacatures te vervullen en kandidaten aan werk te helpen. In 2019 hebben we landelijk ruim 600 van deze bijeenkomsten georganiseerd. We organiseren voor werkzoekenden en werkgevers ook inspiratiedagen. Deze trekken traditiegetrouw hoge bezoekersaantallen en kennen een hoge waardering. De ruim 1.750 aanwezige werkzoekenden gaven ons gemiddeld een 8,3 en de 750 aanwezige werkgevers waardeerden de dagen met een 8,2.
Contacturen in persoonlijke dienstverlening WW
Om vorm te geven aan de persoonlijke dienstverlening was de afspraak met het ministerie voor 2019 dat we vanaf halverwege het jaar per klant op jaarbasis gemiddeld 5,0 tot 5,5 uur WW‑dienstverlening zouden leveren. Deze streefcijfers waren berekend op basis van de voor 2019 begrote instroom in onze op werk gerichte dienstverlening van 254.200 werkzoekenden, en een bij dat cijfer passende personele formatie. Als we de balans opmaken per eind december, dan komen we op basis van de begrote instroom in 2019 uit op gemiddeld 5,3 uur dienstverlening per klant. De werkelijke instroom in 2019 was echter hoger dan geraamd en bedroeg 291.900. Op basis van dit instroomcijfer komt het aantal uren dienstverlening per klant in 2019 uit op 5,0. Hiermee realiseren we de afspraak voor 2019. Over de kwaliteit van de registratie rapporteren we in de paragraaf Kwaliteit dienstverlening.
We verleggen in 2020 de focus van het aantal uren persoonlijke dienstverlening per klant naar het aantal uren dat een adviseur werk op jaarbasis besteedt aan persoonlijke dienstverlening. Vanwege de dynamiek in de WW blijkt het namelijk in de praktijk erg lastig om onze personele bezetting tijdig te laten meebewegen. We hebben dit gedeeld met het ministerie van SZW. In 2019 is dit aantal uren per medewerker toegenomen van 1.032 uur in januari naar 1.121 uur in december. Dit is gelukt door per district actief te sturen op een sluitende dienstverlening, waarbij we alle klanten goed in beeld hebben zodat we hen passende dienstverlening kunnen bieden.
Dienstverlening op maat voor WW
De eerste stap in onze WW‑dienstverlening is steeds dat we de positie van de klant op de arbeidsmarkt bepalen met behulp van de Werkverkenner. Dit is een op wetenschappelijke basis ontwikkelde online vragenlijst die inzicht geeft in de kans op werkhervatting binnen een jaar en de factoren die daarop van invloed zijn. Klanten die dat nodig hebben, nodigen we vervolgens uit voor een eerste gesprek, het werkoriëntatiegesprek. Onze adviseurs hebben in 2019 127.600 werkoriëntatiegesprekken met WW’ers gevoerd. Hiermee hebben we het voor 2019 verwachte aantal van 100.000 werkorïëntatiegesprekken ruimschoots overtroffen. Veel (41%) van deze gesprekken voeren we met WW’ers die volgens de Werkverkenner maximaal 50% kans hebben om binnen een jaar volledig op eigen kracht een baan te vinden. Deze mensen willen we graag vroegtijdig spreken zodat we hun passende dienstverlening kunnen aanbieden. We nodigen ook WW’ers uit die volgens de resultaten van de Werkverkenner meer kans hebben, maar bij wie we toch, op basis van aanvullende informatie waarover we beschikken, een risico van langdurige werkloosheid zien. Niet‑digivaardige klanten nodigen we standaard uit voor een gesprek. We maken in de werkoriëntatiegesprekken afspraken over de (sollicitatie)activiteiten die de klant zal ondernemen en controleren via de persoonlijke Werkmap of hij die afspraken nakomt. Niet‑digivaardige klanten leveren hun sollicitatieformulieren in op de vestiging of per post. Wanneer de adviseur werk twijfelt over de sollicitatieactiviteiten van de klant, kan hij om bewijsstukken vragen zoals bevestigingsmails van werkgevers. Tijdens de gesprekken met de werkzoekende bespreken we diens sollicitatieactiviteiten. Als de aanpak van de werkzoekende te weinig kans van slagen heeft, sturen we het sollicitatiegedrag bij. Om de kansen van de werkzoekende te vergroten gaan we dan ook na of er mogelijkheden zijn om over te stappen naar een ander beroep, eventueel met behulp van scholing.
Iedere WW’er ontvangt na het werkoriëntatiegesprek een werkplan. Daarin staan de afspraken die de adviseur werk met de klant heeft gemaakt over diens inspanningen om weer aan het werk te komen. We monitoren de klant gedurende de hele WW‑periode en bieden aanvullende dienstverlening als wij inschatten dat dit nodig is. Afspraken daarover nemen we ook op in het werkplan. Aan bepaalde groepen werkzoekenden die moeilijk zelf werk vinden, doen we een passend werkaanbod met intensieve dienstverlening. Dit geldt voor WW‑gerechtigden die twaalf maanden of langer werkloos zijn en WW‑gerechtigden die inmiddels zes maanden werkloos zijn en op grond van hun arbeidsmarktpositie het risico lopen langdurig werkloos te blijven. Bij deze intensieve aanpak bieden we de werkzoekende twee vacatures aan bij werkgevers die bereid zijn om langdurig werklozen aan te nemen, regelen we de sollicitatiegesprekken en vragen we achteraf aan de werkzoekende en de werkgever hoe het gesprek is verlopen. In 2019 deden we zo’n passend werkaanbod aan ruim 5.200 werkzoekenden. Uiteindelijk werden ruim 2.500 van hen aangenomen op de uitgezochte vacature.
Er zijn ook WW’ers die we niet uitnodigen voor een werkoriëntatiegesprek omdat ze kansrijk lijken om zelf aan de slag te komen. Wanneer ze na zes maanden nog steeds werkloos zijn, voeren we een monitorgesprek. We bespreken dan met de klant de voortgang van diens sollicitatieactiviteiten en aan welke aanvullende dienstverlening hij behoefte heeft. We voerden in 2019 21.400 monitorgesprekken. Dat zijn er minder dan in 2018 (27.100). Dat komt doordat er minder WW’ers zijn, hun uitkering gemiddeld korter duurt en we de WW’er vaak al eerder spreken. De activiteiten van de WW’ers die we dienstverlening bieden, volgen we via de digitale Werkmap. We nodigen hen waar nodig uit voor een coachingsgesprek. Tijdens zo’n gesprek bieden we de klant verdere ondersteuning en reiken we handvatten aan waarmee deze actief en gemotiveerd naar werk kan zoeken. We hebben in 2019 226.200 van dergelijke coachingsgesprekken gevoerd. Dit aantal is veel hoger dan in 2018 (128.000) omdat we uitdrukkelijk hebben gestuurd op het voeren van deze gesprekken en doordat deze gesprekken steeds vaker telefonisch gevoerd worden (ruim 47% in 2019).
Voor mensen die in de WW terecht zijn gekomen omdat ze bij de claimbeoordeling minder dan 35% arbeidsongeschikt zijn bevonden en daardoor niet in aanmerking komen voor een WIA/WGA- of Ziektewet‑uitkering, kunnen we sinds 2019 ook re‑integratietrajecten inkopen.
Effectiviteitsmeting WW
We zijn eind 2017 gestart met het meten van de netto‑effectiviteit van persoonlijke dienstverlening aan WW’ers. We onderzoeken daarvoor de effecten op de uitstroom naar werk en de arbeidsmarktpositie van werkzoekenden op langere termijn. De eerste (kwalitatieve) onderzoeksresultaten zijn begin 2020 beschikbaar gekomen.
Uitstroom naar werk vanuit een WW‑uitkering
In 2019 heeft UWV van 171.700 mensen de WW‑uitkering beëindigd wegens werkhervatting (in 2018: 192.500). Deze daling is in lijn met die van het aantal WW‑uitkeringen. Het aantal van 171.700 is inclusief 37.300 mensen die na werkhervatting geen inkomstenformulier meer hebben ingevuld (2018: 32.600) en 11.500 mensen die na werkhervatting afzien van hun resterende, vaak kleine, WW‑uitkering (2018: 12.900). Daarnaast waren er eind december 2019 57.800 mensen aan het werk met een aanvulling vanuit de WW (eind 2018: 72.800).
Scholingsbudget WW
De Regeling tijdelijk scholingsbudget UWV is op 1 juli 2018 van start gegaan en loopt tot en met 2020. In totaal is hiervoor € 30 miljoen inclusief uitvoeringskosten beschikbaar gesteld, waarvan € 10,1 miljoen voor 2019. Met dit extra budget kan UWV werklozen met een hoge kans op langdurige werkloosheid (vaak 45‑plussers) een bij voorkeur kortdurend scholingstraject van maximaal één jaar laten volgen. Het initiatief ligt bij de adviseur werk, in nauwe samenwerking met het Werkgeversservicepunt. Klanten kunnen ook zelf aangeven dat zij scholing willen volgen en gebruik willen maken van het scholingsbudget. Het Scholingsbudget WW wordt ingezet voor scholing richting een werkaanbod (baanintentie of baangarantie) en scholing richting moeilijk vervulbare vacatures (krapteberoepen), ook als daar niet direct een baanintentie of baangarantie aan vastzit. In 2019 zijn er 4.135 scholingen aangevraagd voor een bedrag van € 8,7 miljoen.
Een aanvraag voor het scholingsbudget moet altijd onderbouwd worden. Begin 2019 bleek bij de medewerkers die het scholingsbudget verstrekken onduidelijkheid te bestaan over de voorwaarden waaronder een bedrag van meer dan € 2.500 besteed kan worden. In het geval dat de scholing rechtstreeks tot een plaatsing bij een werkgever leidt (baanintentie/baangarantie), kan gemotiveerd worden afgeweken van het maximale bedrag. Een hoger bedrag kan bijvoorbeeld worden gemotiveerd aan de hand van de grote afstand tot de arbeidsmarkt van de werkzoekende en/of de omvang en minimale duur van de baanintentie of garantie die door de werkgever wordt toegezegd. De duur van de scholing is sinds 4 juli 2019 verruimd naar maximaal drie jaar.
Daarnaast hebben we een aantal maatregelen genomen. Zo zijn de werkinstructies aangepast, het management monitort de toepassing en eind juli is een kwaliteitsborgingsysteem in gebruik genomen. We monitoren de effecten van de beheersmaatregelen en voeren aanvullende controles uit. Daaruit blijkt dat de genomen verbetermaatregelen nog onvoldoende effect hebben gehad. Begin 2020 hebben we een nieuw format beschikbaar gesteld voor het opstellen van het werkplan. Dit format dwingt nog meer af dat alle benodigde informatie wordt opgenomen in het dossier. Aan het einde van het eerste kwartaal van 2020 zullen we een kwalitatief onderzoek doen naar het effect van deze maatregelen.
Uit de maandelijkse rapportages blijkt dat 62% van de scholingen is ingezet voor WW’ers van 45 jaar en ouder. De meeste opleidingen zijn gericht op beroepen in transport en logistiek (30%), in techniek en bouw (13%) en in ICT‑beroepen (11%). Sinds de start van de regeling gaat het om 1.287 scholingen met baanintenties, 1.176 scholingen met baangaranties en 2.388 scholingen richting krapteberoepen.
Opschaling fte’s
In 2019 zijn er 2% minder nieuwe WW‑uitkeringen verstrekt dan in 2018. De verwachting is dat het aantal nieuwe WW‑uitkeringen vanaf 2020 weer zal toenemen. Om de toenemende instroom te kunnen opvangen, is een evenredig grotere beschikbare capaciteit aan adviseurs werk en bedrijfsbureaumedewerkers nodig. We hebben daarom in het tweede tertaal van 2019 besloten op te schalen met circa 450 fte’s en daarbij 100 nieuwe medewerkers te werven uit onze werkzoekendenbestanden. Met het ministerie is afgesproken dat de feitelijke WW‑toename leidend is voor het tempo van de opschaling. Eind 2019 was de beoogde opschaling met 450 fte’s volledig gerealiseerd, hiervan waren er 91 afkomstig uit onze eigen bestanden met werkzoekenden.