Het verzorgen van uitkeringen aan werkloze, zieke of arbeidsongeschikte werknemers is een van de kerntaken van UWV. In de eerste vier maanden van 2020 ontvingen circa 1,3 miljoen mensen gedurende kortere of langere tijd een uitkering van ons. We keerden een bedrag van in totaal € 6,7 miljard uit.
Gevolgen van de coronacrisis
We verwachten in 2020 veel meer uitkeringen dan we eerder konden inschatten. Dit is een direct gevolg van de uitbraak van het coronavirus en de maatregelen om een verdere verspreiding ervan tegen te gaan.
Meer personeel nodig
Omdat de WW‑instroom ook de rest van het jaar hoog zal blijven, is uitbreiding van onze personele capaciteit nodig. Oorspronkelijk hielden we rekening met 400.000 nieuwe WW‑aanvragen en bijbehorende continueringen op jaarbasis. Sinds maart is het aantal WW‑aanvragen echter enorm gestegen. Aanvankelijk ontvingen we vier keer zo veel WW‑aanvragen als normaal, op dit moment gaat het om twee keer zo veel als normaal. We gaan nu uit van 800.000 WW‑aanvragen op jaarbasis. Om deze aantallen te kunnen afhandelen, is uitbreiding van de capaciteit nodig. We gaan 600 fte’s werven. Daarnaast hebben we voor de korte termijn extra maatregelen genomen om meer capaciteit vrij te spelen en de productiviteit te verhogen. Voor de middellange termijn zijn echter aanvullende maatregelen nodig. Hierover zijn we met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) in gesprek.
Tot augustus werven we de eerste 300 fte’s, die we daarna opleiden. Sinds 1 april zijn al 220 fte WW‑uitkeringsdeskundigen geworven, ook voor de plekken die openvielen doordat ervaren uitkeringsdeskundigen zijn ingezet voor de NOW. Vanaf augustus gaat de tweede ronde van de wervingsactie voor nog eens 300 fte’s van start. We verwachten dat we in het najaar van 2020 de eerste 300 extra benodigde fte’s kunnen inzetten. Hiermee kunnen we 500.000 WW‑aanvragen afhandelen. Tot die tijd zal de werkdruk voor de uitkeringsdeskundigen hoog blijven. Dit brengt een risico met zich mee voor de tijdigheid van de eerste betaling van nieuwe WW‑uitkeringen. Om dit risico te minimaliseren hebben we zoals gezegd maatregelen genomen om meer capaciteit vrij te spelen en de productiviteit te verhogen. We vragen onze uitkeringsdeskundigen – die nu vanuit huis werken – om meer uren door te werken, ook in de weekenden en op vrije dagen, en stellen de daarvoor benodigde systemen langer beschikbaar. Overleggen worden tot de hoogstnoodzakelijke beperkt en activiteiten om het vakmanschap van medewerkers verder te verbeteren, zijn uitgesteld. De opleiding van nieuwe medewerkers wordt uiteraard wel voortgezet. We onderzoeken wel of een fundamenteel andere manier van opleiden vanaf juli tot extra opschaling kan leiden. Medewerkers die normaal gesproken specialistische werkzaamheden uitvoeren – zoals stafmedewerkers, mentoren en kwaliteitsmedewerkers – helpen nu mee bij de afhandeling van uitkeringsaanvragen. Dankzij al deze maatregelen hebben we 340 fte extra capaciteit vrijgespeeld. Verder hebben we circa 90 fte’s uitkeringsdeskundigen die inmiddels elders binnen UWV werken gevraagd om tijdelijk terug te keren. Doordat we, in overleg met het ministerie van SZW, een aantal werkzaamheden tijdelijk niet meer uitvoeren, hebben we nog eens 80 fte’s vrijgespeeld (zie meer hierover onder het kopje Werkzaamheden opgeschort). De medewerkers die we via de tweede wervingsactie binnenhalen, kunnen naar verwachting aan het eind van het eerste kwartaal van 2021 aan de slag als uitkeringsdeskundige.
Tot en met april was de instroom bij de Ziektewet 16% hoger dan begroot (zie meer hierover onder het kopje Ziektewet). Op dit ogenblik gaan we uit van in totaal 575.000 Ziektewet‑aanvragen en 200.000 Wazo‑aanvragen in 2020. Om deze in totaal 775.000 aanvragen te kunnen afhandelen, zijn 362 fte’s uitkeringsdeskundigen nodig, 21 meer dan we er eind april hadden, en 256 fte’s medewerkers verzuimbeheer, 3 meer dan er in april 2020 bij ons werkten.
Werkzaamheden opgeschort
Alle niet‑bedrijfskritische activiteiten zijn opgeschort. Zo zijn uitkeringsdeskundigen tijdelijk niet aanwezig op Werkpleinen. Uitkeringsgerechtigden die een ingrijpende beslissing te wachten staat, stellen we tijdelijk niet meer vooraf telefonisch op de hoogte. Mensen die een Ziektewet‑uitkering aanvragen bellen we niet meer meteen om de online vragenlijst door te nemen die ze bij hun aanvraag moeten indienen. De 100%‑controle op papieren WW‑aanvragen is opgeschort. Hetzelfde geldt voor de herstelactie voor gedetineerden (lees meer hierover onder het kopje Uitkeringen aan gedetineerden).
Er zijn negen tijdelijke maatregelen die gevolgen kunnen hebben voor de rechtmatigheid van de uitkeringsverstrekking en de handhaving van plichten die gelden voor WW‑uitkeringsgerechtigden. Een aantal activiteiten is opgeschort om het aantal maatregelen te verminderen dat we opleggen bij overtredingen:
-
Doordat de divisie WERKbedrijf tijdelijk is gestopt met het doorgeven van signalen (kennisgevingen), leggen we nu geen maatregelen op als een uitkeringsgerechtigde zich bijvoorbeeld niet houdt aan de sollicitatieplicht of niet verschijnt op een afspraak.
-
We leggen tijdelijk geen maatregel op als een WW’er de inkomstenopgave te laat instuurt.
-
We leggen tijdelijk geen maatregel op bij een te late WW‑aanvraag, zolang deze niet later dan een half jaar na de vermoedelijke eerste werkloosheidsdag is ingediend.
Een aantal activiteiten is opgeschort om het aantal controles in de uitvoering te verminderen:
-
Wanneer een uitkeringsgerechtigde zijn WW‑uitkering op eigen initiatief wil beëindigen, toetsen we tijdelijk niet het aantal uren arbeidsverlies (op eigen initiatief beëindigen kan alleen bij maximaal vijf uren arbeidsverlies). We bellen de klant ook niet over de gewenste beëindigingsdatum maar beëindigen de uitkering per de eerste dag van de maand waarin het verzoek is gedaan. De groep die calculerend gedrag vertoont kan daardoor iets groter worden.
-
We controleren tijdelijk niet of de inkomstenopgave wel is ondertekend.
-
Vakantieaanvragen van uitkeringsgerechtigden worden tijdelijk niet volledig getoetst en geregistreerd. De uitkeringsgerechtigde ontvangt wel een brief dat hij met behoud van WW op vakantie kan.
-
Bij WW‑aanvragen van mensen die een tijdelijk contract hadden, keren we de uitkering tijdelijk toe per de oorspronkelijk berekende werkloosheidsdag zonder na te gaan of dit in overeenstemming is met de ketenbepaling.
-
Verblijf of vakantie in het buitenland vóór de eerste werkloosheidsdag passen we tijdelijk niet toe als uitsluitingsgrond. Het WW‑recht wordt vastgesteld alsof de aanvrager op de eerste werkloosheidsdag in Nederland was. Dit is een tijdelijke coulanceregel voor aanvragers die door de coronamaatregelen ongewild in deze situatie zijn terechtgekomen. Het gaat overigens om een zeer beperkte groep.
Een laatste maatregel is erop gericht om het aantal beoordelingen van inkomstenvergelijkingen met de polisadministratie te verminderen:
-
Wanneer de inkomsten die de WW‑gerechtigde opgeeft maximaal € 40 lager zijn dan de inkomsten zoals die staan geregistreerd in de polisadministratie, gaan we niet over tot beoordeling van die inkomsten.
Deze maatregelen gelden vooralsnog tot 1 september 2020. Daarna bekijken we welke maatregelen de periode daarna nodig zijn.
Minimale kwaliteitsbewaking
Als gevolg van de toegenomen volumes en de coronaomstandigheden is de werkdruk enorm toegenomen. De reguliere kwaliteitsbewaking, de meting operationele kwaliteit (MOK), is tijdelijk opgeschort. Hierdoor hebben we minder zicht op de kwaliteit van de uitvoering – terwijl de kwaliteitsrisico’s als gevolg van de hoge werkdruk juist toenemen. Om dit deels te ondervangen wordt nu een minimale kwaliteitsbewaking uitgevoerd waarbij de inzet van productiemedewerkers niet nodig is. Onder de huidige omstandigheden kan er bijvoorbeeld ook geen sprake zijn van onderlinge toetsing of bespreking van casuïstiek. Als gevolg van al deze factoren is er een gerede kans dat de tijdigheid van de afhandeling van uitkeringsaanvragen – die al onder druk stond – verder daalt. Dat geldt ook voor de tijdigheid van eerste betalingen (zie hierover meer onder het kopje Tijdigheid) en voor de financiële rechtmatigheid van uitkeringsbeslissingen voor de WW.
Uitkeringsvolumes
De Nederlandse economie wordt flink geraakt door de coronacrisis. Eind april hadden meer dan 114.000 werkgevers een beroep gedaan op de NOW, inmiddels is dat aantal opgelopen tot ruim 148.300. Dat betekent dat veel bedrijven kiezen voor steun om hun personeel te kunnen doorbetalen. Toch zien we dat het aantal nieuwe WW‑uitkeringen fors is gestegen. We verwachten dat het aantal banen, ondanks alle maatregelen die de overheid heeft genomen om zo veel mogelijk werk te behouden, in 2020 zal afnemen. Dat betekent een verdere toename van het aantal WW‑uitkeringen.
Tabel: Belangrijkste volumeontwikkelingen uitkeringsverstrekking
Eerste vier maanden 2020 | Eerste vier maanden 2019 | % +/- | ||
WW | Nieuwe uitkeringen | 186.938 | 121.281 | 54% |
Beëindigde uitkeringen | 118.326 | 126.616 | -7% | |
Lopende uitkeringen | 292.065 | 257.414 | 13% | |
WIA | Nieuwe uitkeringen | 16.612 | 15.025 | 11% |
Beëindigde uitkeringen | 8.692 | 3.960 | 119% | |
Lopende uitkeringen | 335.327 | 313.452 | 7% | |
WAO | Nieuwe uitkeringen | 188 | 162 | 16% |
Beëindigde uitkeringen | 7.427 | 1.239 | 499% | |
Lopende uitkeringen | 229.273 | 252.466 | -9% | |
Wajong | Nieuwe uitkeringen | 1.949 | 1.762 | 11% |
Beëindigde uitkeringen | 2.760 | 1.951 | 41% | |
Lopende uitkeringen | 243.427 | 244.953 | -1% | |
Ziektewet | Nieuwe uitkeringen | 127.494 | 102.627 | 24% |
Beëindigde uitkeringen | 135.795 | 114.365 | 19% | |
Lopende uitkeringen | 103.865 | 95.069 | 9% |
In de eerste vier maanden van 2020 verstrekten we in totaal 381.000 nieuwe uitkeringen en beëindigden we er 321.000. Eind april liepen er 1,3 miljoen uitkeringen.
WW
We handelden in de eerste vier maanden van 2020 255.400 WW‑aanvragen af. Daarvan wezen we er 68.500 (27%) af, wat er veel meer zijn dan in dezelfde periode in 2019 (25.900 ofwel 18%). Dat komt doordat als gevolg van de coronacrisis vooral uitzendkrachten en seizoenswerkers werkloos raken. Zij hebben vaak niet voldoende weken gewerkt om in aanmerking te komen voor een WW‑uitkering. Meteen nadat het kabinet de beperkende maatregelen had aangekondigd, hebben veel mensen uit voorzorg een WW‑uitkering aangevraagd. We ontvingen daarna niet meer de informatie die nodig is om de WW‑aanvraag te beoordelen, waarschijnlijk omdat hun werkgevers vanaf april gebruik konden maken van de NOW. De eerder gedane aanvragen bleven daardoor onvoltooid en werden afgewezen. Daarnaast zijn aanvragen om ‘normale’ redenen afgewezen, bijvoorbeeld omdat de aanvrager te weinig weken in loondienst had gewerkt of niet direct beschikbaar was voor werk. 5.300 mensen kregen (tijdelijk) geen WW‑uitkering omdat ze een maatregel kregen opgelegd, vrijwel altijd omdat ze verwijtbaar werkloos waren.
Faillissementsuitkeringen
Als een bedrijf failliet gaat, zorgt UWV ervoor dat de werknemers achterstallige loonbetalingen ontvangen en hun salaris nog enige tijd krijgen doorbetaald in de vorm van een faillissementsuitkering. UWV organiseert, in overleg met de curator, zo snel mogelijk een voorlichtingsbijeenkomst over de gevolgen van het faillissement voor de werknemers. We beantwoorden dan belangrijke vragen zoals ‘Wanneer eindigt het dienstverband?’ en ‘Worden loon, vakantiegeld en niet‑opgenomen vakantiedagen nog betaald?’ Daarnaast vullen we samen met de werknemers hun aanvraag voor een faillissementsuitkering in en nemen die direct daarna in behandeling.
In de eerste vier maanden van 2020 zijn er 8.000 faillissementsuitkeringen verstrekt, 18% minder dan in dezelfde periode in 2019. We verwachten dat dit aantal als gevolg van de coronacrisis sterk zal toenemen. In mei was het aantal nieuwe faillissementsuitkeringen al opgelopen tot 3.350 (april: 2.100).
Ziektewet
Het beroep op de Ziektewet is sterk gestegen. Dit komt allereerst doordat een aantal grote eigenrisicodragende uitzendbureaus per 1 januari 2020 is teruggekeerd naar het publieke stelsel onder invloed van de Wet arbeidsmarkt in balans (Wab). Aan het begin van de coronacrisis steeg het aantal aanvragen verder. Deze stijging zette zich in april echter niet voort.
In totaal ontvingen we in de eerste vier maanden van 2020 258.000 meldingen (205.000 voor de Ziektewet en 53.000 voor de Wazo), terwijl er 222.000 waren begroot (173.000 voor de Ziektewet en 49.000 voor de Wazo). Van de 205.000 Ziektewet‑meldingen hadden er 51.200 betrekking op uitzendkrachten, 120% meer dan in de eerste vier maanden van 2019 (23.300). De stijging komt voor een belangrijk deel voor rekening van personeel van uitzendbureaus die voorheen eigenrisicodrager waren (het zogeheten Wab‑effect). Het aantal van 205.000 ontvangen Ziektewet‑meldingen is inclusief de meldingen van werknemers van eigenrisicodragers – deze mensen verwijzen we door naar hun eigen werkgever. Er zijn in deze periode 24% meer Ziektewet‑uitkeringen toegekend dan in de eerste vier maanden van 2019. Er waren vooral veel meer toekenningen aan uitzendkrachten (een stijging van 112%). Behalve met de terugkeer van de eigenrisicodragende uitzendbureaus heeft dit ook te maken met de nieuwe uitzend‑cao die eind december 2019 van kracht is geworden. Als gevolg van deze cao sluiten uitzendbureaus meer uitzendcontracten met uitzendbeding (uitzendkrachten) af en minder contracten zonder uitzendbeding (eindedienstverbanders). Deze eindedienstverbanders hebben meestal geen recht op een Ziektewet‑uitkering. Doordat er meer WW‑uitkeringen worden verstrekt, sluiten we niet uit dat op termijn ook meer zieke WW’ers een beroep op de Ziektewet zullen doen. Daarnaast is er een sterke toename (22%) van het aantal toekenningen van uitkeringen aan werknemers met een no‑riskpolis. Dat komt vooral door de toenemende bekendheid van de polis bij werkgevers en werknemers, met name bij mensen die zijn opgenomen in het doelgroepregister voor de banenafspraak.
WIA en WAO
We handelden 21.800 WIA‑aanvragen af, meer dan in dezelfde periode in 2019 (20.300). Van de aanvragen hebben we er 7.000 (32%) (eerste vier maanden van 2019: 6.500) afgewezen. Meestal ging het om mensen die minder dan 35% arbeidsongeschikt werden bevonden of wel geschikt bleken voor het eigen werk. Het aantal lopende WIA‑uitkeringen is met 7.400 (2,2%) ten opzichte van eind 2019 verder gestegen, de instroom is veel hoger dan de uitstroom. Andersom neemt het aantal lopende uitkeringen voor de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), de voorloper van de WIA, in ongeveer hetzelfde tempo af. Eind april 2020 was het aantal WAO‑uitkeringen 7.200 (3,1%) lager dan eind december 2019. Er werden in de eerste vier maanden van 2020 veel meer WAO‑uitkeringen beëindigd dan in dezelfde periode in 2019. Vorig jaar waren er als gevolg van de verhoging van de AOW‑leeftijd met vier maanden geen beëindigingen wegens pensionering. In 2020 is de pensioenleeftijd niet verhoogd, met als direct gevolg een aanzienlijk aantal beëindigingen wegens pensionering.
Wajong
De Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong 2015, ingegaan op 1 januari 2015) is alleen nog toegankelijk voor jonggehandicapten die duurzaam geen arbeidsvermogen hebben. We handelden 3.100 aanvragen af voor een Wajong 2015‑uitkering, iets meer dan in de eerste vier maanden van 2019 (2.900). Hiervan werden er 2.000 (65%) afgewezen, omdat de aanvrager niet duurzaam volledig arbeidsongeschikt werd bevonden (in de eerste vier maanden van 2019: 1.900, 66%). Het aantal Wajong 2015‑uitkeringen is in de eerste vier maanden van 2020 met 1.000 gestegen (8%). Daartegenover staat een iets grotere daling (met bijna 1.800) van het aantal uitkeringen op grond van de oude Wajong en de Wajong 2010. Hierdoor blijft het totale aantal Wajong‑uitkeringen licht dalen.
Tijdigheid
Een van onze kerntaken is dat we de juiste uitkering op tijd betalen. Over de tijdigheid van de eerste betaling maken we ieder jaar afspraken met het ministerie van SZW. In de eerste vier maanden van 2020 bedraagt de tijdigheid van de WW‑betaling 98%. We hebben daarmee de met het ministerie afgesproken norm van 90% ruimschoots gehaald; dit ondanks de grote stijging in het aantal WW‑aanvragen. We hebben de grotere aantallen vooral kunnen opvangen dankzij een grote stijging van de productiviteit. De hogere werkdruk die dat met zich meebrengt, kan wel gevolgen hebben voor de kwaliteit van de uitvoering. Om de tijdige eerste betaling van vooral WW‑uitkeringen ook op de langere termijn te kunnen garanderen, zijn echter extra medewerkers nodig (zie ook hierboven onder het kopje Meer personeel nodig). Omdat we daarnaast verwachten dat de huidige hoge productiviteit de komende periode enigszins zal verminderen, houden we voorzichtigheidshalve rekening met een daling van het tijdigheidspercentage tot 95%.
Tabel: Tijdige eerste betaling
Norm 2020 | Eerste vier maanden 2020 | Eerste vier maanden 2019 | |
Betalingen WW binnen 10 kalenderdagen na ontvangst inkomstenformulier | 90% | 98% | 98% |
Eerste betaling Ziektewet binnen 4 weken na ingang recht | 85% | 91% | 90% |
Eerste betaling WIA binnen 4 weken na ingang recht | 85% | 88% | 91% |
Eerste betaling Wajong binnen 4 weken na einde beslistermijn | 85% | 86% | 89% |
Wanneer het niet lukt om de eerste betaling op tijd te doen, dan geven we de klant op diens verzoek een voorschot. Hiermee voorkomen we dat klanten in financiële problemen raken. Voorschotten worden vooral betaald voor WIA‑uitkeringen, in de eerste vier maanden van 2020 ging het om 2.680 voorschotten op 22.801 WIA‑aanvragen (11,8%). Dat zijn er veel meer dan in dezelfde periode in 2019, toen ging het om 863 voorschotten op 22.338 WIA‑aanvragen (3,9%). Hoewel de voorraad WIA‑claimbeoordelingen de laatste maanden is afgenomen, verwachten we dat er nog wel enige tijd zal verstrijken voordat we erin slagen om alle WIA‑claimbeoordelingen tijdig te verwerken. Dit komt mede doordat we in verband met de coronacrisis sinds half maart geen beoordelingen kunnen uitvoeren waarbij face‑to‑facecontact of lichamelijk onderzoek nodig is. Om de aantallen voorschotten zo beperkt mogelijk te houden, is het ons beleid om zo veel mogelijk tot een beoordeling te komen. Het kan echter voorkomen dat een verzekeringsarts of arbeidsdeskundige geen inhoudelijke beslissing kan nemen op basis van stukken en/of na telefonisch contact/spreekuur met de klant – ook niet na argumentatie‑uitwisseling met een adviseur verzekeringsarts of adviseur arbeidsdeskundige. In die gevallen wordt een voorschot verstrekt.
De daling van de tijdigheid bij de Wajong kent dezelfde oorzaak als die bij de WIA: doordat er geen fysieke spreekuren mogelijk zijn, moeten we een deel van de sociaal‑medische beoordelingen voor een Wajong‑aanvraag uitstellen. Bij Wajong‑aanvragen verlenen we geen voorschotten. Dit omdat slechts circa 35% van de aanvragen tot een toekenning leidt. Aanvragers verkeren in de regel niet in acute geldnood: ze ontvangen meestal bijstand of wonen nog bij hun ouders.
Ondersteuning aan mensen met schulden
Schulden kunnen het perspectief op werk en deelname aan de maatschappij in de weg staan. De wettelijke taak voor de uitvoering van schuldhulpverlening ligt in Nederland bij de gemeente. UWV richt zich op preventie. We geven voorlichting en proberen zo veel mogelijk te voorkomen dat uitkeringsgerechtigden problematische schulden krijgen. We verlenen bijvoorbeeld een voorschot of verwijzen de klant door naar een budgetcoach. Klantadviseurs van ons Klantencontactcentrum kunnen daarvoor al jaren de hulp inroepen van een team gespecialiseerde klantadviseurs in Goes. In een pilot hebben we van najaar 2018 tot en met voorjaar 2019 in Groot Amsterdam en Zuid‑Limburg een werkwijze beproefd waarbij de bestaande dienstverlening is uitgebreid. Elke UWV‑medewerker die in een contact met een (ex-)uitkeringsgerechtigde constateert dat er behoefte is aan hulp vanwege financiële problemen, kan het speciale team inschakelen. De klantadviseur gaat na wat binnen UWV mogelijk is en kan de klant – wanneer die daarmee schriftelijk instemt – eventueel direct ‘warm’ overdragen aan een gemeentelijke instelling voor schuldhulpverlening. De klant hoeft dan verder zelf geen actie te ondernemen.
Het evaluatierapport van de pilot liet zien dat bijna alle klanten bij wie financiële problemen of schulden zijn gesignaleerd, ook daadwerkelijk zijn geholpen door UWV en/of een gemeente. Daarom waren wij van plan om een gezamenlijk invoeringsplan te maken. Als gevolg van de coronacrisis zijn deze werkzaamheden echter voorlopig gestaakt. Omdat wij ons goed realiseren dat juist in deze tijd meer aandacht nodig is voor klanten met schuldenproblematiek, werken we aan een plan dat voorziet in het faciliteren van de in de pilot gevolgde werkwijze. Concreet betekent dit dat we medewerkers met klantcontacten de nodige gesprekstechnieken bieden, zodat zij indien nodig schulden bespreekbaar kunnen maken en snel kunnen doorverwijzen naar het juiste kanaal. Uiteraard gaan we ook door met bestaande initiatieven zoals de rechtstreekse contacten van onze adviseurs werk met wijkteams van gemeenten. Zodra er weer ruimte ontstaat, zullen we ons weer richten op een gezamenlijk plan om de pilotwerkwijze structureel UWV‑breed door te voeren.
Uitkeringen aan gedetineerden
Begin juni 2019 was er in de media aandacht voor gedetineerden die ten onrechte een uitkering ontvangen. Uitkeringsgerechtigden die in detentie worden genomen, zijn verplicht dit te melden aan UWV. Om niet volledig afhankelijk te zijn van uitkeringsgerechtigden, ontvangt UWV dagelijks van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) gegevens over nieuwe gedetineerden. We vergelijken deze signalen met de gegevens in onze uitkeringssystemen om te bepalen of we de uitkering moeten stopzetten. Dit is bijvoorbeeld niet aan de orde als de detentie maar een paar dagen duurt (in geval van arbeidsongeschiktheidsuitkeringen). We hebben onderzoek ingesteld om te komen tot een robuust proces. Dit onderzoek is inmiddels afgerond. Door de coronacrisis is er echter nog geen besluit genomen over het vervolg.
Op 1 maart 2020 zijn herstelacties gestart om de in de periode 2014–2019 onterecht aan gedetineerden uitbetaalde uitkeringen te herzien en terug te vorderen. Op 1 mei was de herstelactie voor de arbeidsongeschiktheidswetten nagenoeg volledig uitgevoerd. Half maart zijn de herstelacties voor de Ziektewet en de WW opgeschort in verband met de sterk stijgende aantallen uitkeringsaanvragen voor deze wetten als gevolg van de coronacrisis en de invoering van verschillende noodmaatregelen om de crisis te helpen bestrijden, zoals de NOW. Naar verwachting wordt de herstelactie voor de Ziektewet in juni opgepakt. Voor de WW is nog geen hervatting gepland. In juni rapporteren we aan het ministerie van SZW over de voortgang.
Via het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) ontvangen we gegevens om de uitkering van voortvluchtigen te kunnen intrekken. Tussen oktober 2018 tot en met augustus 2019 ontbraken daarbij de gegevens van voortvluchtigen van wie de taakstraf is omgezet in vervangende hechtenis. 94 van deze voortvluchtigen blijken een uitkering van UWV te hebben ontvangen tijdens de periode van voortvluchtigheid. In afstemming met het ministerie van SZW onderzoeken we nog of deze uitkeringen terugvorderbaar zijn. UWV verwacht dat dit niet het geval zal zijn omdat uit eerdere uitspraken van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) blijkt dat UWV de voortvluchtigen met een brief moet informeren over het voornemen tot het stopzetten van de uitkering.