We werken aan het optimaliseren van de dienstverlening aan mensen met een WGA‑uitkering om de kans op werkhervatting te vergroten. Dit doen we op twee manieren: we werken aan het op orde brengen van de basale dienstverlening en we ontwikkelen de dienstverlening verder door.
Om de basale dienstverlening op orde te brengen vergroten we de uitvoeringscapaciteit, versterken we de sturing en control, en investeren we in het vakmanschap van onze mensen. Met de effectevaluatie willen we meer inzicht krijgen in de doelmatigheid en doeltreffendheid van de dienstverlening, zodat we deze verder kunnen doorontwikkelen.
Daarnaast blijven we ons onverminderd inspannen om de (intensieve) aanvullende dienstverlening zo doelmatig en doeltreffend mogelijk uit te voeren. Dit geldt ook voor de Wajongers met arbeidsvermogen: UWV ondersteunt hen om aan het werk te komen en te blijven. De intensieve dienstverlening voor beide groepen is maatwerk en wordt voor een belangrijk deel ingevuld met producten en diensten die we inkopen bij door ons gecontracteerde re‑integratiebedrijven. Vooral Wajongers ondersteunen we daarbij aanvullend met de inzet van voorzieningen.
Dienstverlening WIA/WGA
We bieden mensen met een WIA/WGA‑uitkering gedurende vijf jaar persoonlijke dienstverlening. We willen hen activeren om hun zelfredzaamheid te bevorderen en optimaal gebruik te maken van hun mogelijkheden.
Aanpassingen in de dienstverlening vanwege coronacrisis
Omdat mensen pas na twee jaar ziekte in aanmerking kunnen komen voor de WIA, is een eventueel effect op de instroom pas merkbaar over op z’n vroegst twee jaar. Wel zorgt de huidige coronacrisis voor een verschuiving in onze dienstverlening. Sinds half maart vindt de dienstverlening telefonisch en digitaal plaats. Uit een peiling via Direct Feedback blijkt dat, ook gedurende deze coronaperiode, de waardering voor gesprekken met onze adviseurs werk onverminderd hoog blijft. Direct Feedback is een instrument waarmee klanten sinds februari 2020 feedback geven over hun gesprek met onze adviseurs werk en arbeidsdeskundigen.
Resultaten
We hebben onze capaciteit conform onze doelstelling voor 2020 opgeschaald en voldoen ruimschoots aan de afspraken met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) over de basisdienstverlening. Gedurende de eerste vier maanden van 2020 hebben we gemiddeld 2,4 keer gesproken met mensen die sinds 2017 onze nieuwe re‑integratiedienstverlening zijn ingestroomd omdat ze het einde van de wachttijd voor de WIA hadden bereikt (de norm is 1,8 gesprek). We hebben 96% van hen (28.960 van de 30.089) minimaal 1 keer per jaar gesproken (de norm is 90%). Eind april 2020 boden we in totaal 63.547 WIA/WGA’ers actieve re‑integratiedienstverlening, waarvan er 57.804 (91%) een volledig klantprofiel en 62.399 (98%) een werkplan hadden. In de eerste vier maanden van 2020 zijn 6.059 nieuwe WIA/WGA’ers ingestroomd in onze re‑integratiedienstverlening. We voerden 4.499 werkoriëntatiegesprekken. We hebben in deze periode 3.697 re‑integratietrajecten ingekocht voor WIA/WGA’ers.
Effectiviteitsonderzoek WIA/WGA‑dienstverlening
Er is weinig bekend over de effecten van de activerende dienstverlening aan WGA’ers. Met het effectiviteitsonderzoek willen we meer inzicht krijgen in de doelmatigheid en doeltreffendheid ervan: in hoeverre bevordert deze dienstverlening de arbeidsparticipatie van WGA’ers in regulier betaald werk en tussenstappen naar betaald werk? Daarnaast willen we inzicht krijgen in de effecten van de dienstverlening op de WIA‑uitkering (type uitkering, soort uitkering en uitkeringslasten), op (de beleving van) gezondheid en welbevinden, en op de klanttevredenheid. Voor het onderzoek delen we de WGA‑populatie onder in drie groepen: één groep ontvangt geen dienstverlening, één groep ontvangt basisdienstverlening en één groep ontvangt intensievere dienstverlening. We volgen al deze mensen gedurende drie jaar. Mensen die tot de groep behoren die geen dienstverlening ontvangt, kunnen UWV wel zelf benaderen voor dienstverlening. In elke groep dienen voor het experiment minimaal 6.000 personen in te stromen. Is dit aantal bereikt, dan stopt de instroom in de groepen: alle mensen die vanaf dat moment de WGA instromen krijgen basisdienstverlening. Die bestaat uit werkoriëntatiegesprekken, de inkoop van re‑integratiediensten, de inzet van voorzieningen en coachcontacten. Eind april waren 2.810 mensen ingedeeld bij de controlegroep die geen dienstverlening ontvangt, 109 van hen hebben ons zelf verzocht om dienstverlening. De WGA‑effectevaluatie loopt door tot 2024. De resultaten zullen we gebruiken bij de doorontwikkeling van onze WIA/WGA‑dienstverlening. De eerste tussenresultaten worden opgemaakt in 2021. Omdat dit effectiviteitsonderzoek voorlopig nog doorloopt en ook re‑integratietrajecten voor arbeidsbeperkten doorgaans een lange looptijd kennen, is het lastig om in te schatten wat het effect van de coronacrisis zal zijn.
Dienstverlening Wajong
We willen zo veel mogelijk Wajongers met arbeidsvermogen aan werk helpen en aan het werk houden. Centraal in ons dienstverleningsmodel staat dat we alle Wajongers met arbeidsvermogen actueel in beeld hebben. Dat doen we onder andere door gesprekken met hen te voeren. Wajongers die al een tijdelijk of vast dienstverband hebben bij een reguliere werkgever bieden we ondersteuning om ervoor te zorgen dat ze aan het werk blijven. We zien dat sinds januari steeds meer Wajongers hun baan verliezen; de daling van het aantal werkende Wajongers is sinds half maart versterkt. Wajongers die hun baan verliezen nemen we weer in onze Wajong‑dienstverlening op, ook als ze een WW‑uitkering krijgen. We nodigen hen uit voor een gesprek en stellen een (geactualiseerd) werkplan op om hen zo snel mogelijk weer aan werk te helpen. Sinds half maart voeren we deze gesprekken telefonisch. Wanneer een telefonisch gesprek niet mogelijk is, nodigen we de Wajonger uit wanneer de face‑to‑facegesprekken weer hervat zijn.
Aanpassingen in de dienstverlening vanwege coronacrisis
Werkgevers nemen Wajongers vaak (eerst) via een proefplaatsing tijdelijk in dienst. We verwachten dat als gevolg van de coronacrisis de voortgang van proefplaatsingen zal stagneren en/of dat werkgevers een verlenging zullen aanvragen. Daarom zijn de regels in overleg met het ministerie van SZW aangepast: een proefplaatsing kan na de crisisperiode makkelijker opnieuw worden gestart of worden verlengd. Verder is de verwachting dat plaatsingen minder duurzaam zullen zijn, omdat werkgevers minder snel overgaan tot een verlenging van tijdelijke contracten.
Resultaten
We hebben inmiddels minimaal 1 gesprek gevoerd met 50.366 van de 53.251 (95%) Wajongers met arbeidsvermogen die niet werken of voor wie geen re‑integratietraject is ingekocht. Gemiddeld hebben we in de afgelopen twaalf maanden 2,0 gesprek per Wajonger gevoerd. Tijdens die gesprekken nemen we hun actuele situatie door en bespreken we hoe wij hen desgewenst kunnen ondersteunen richting betaald werk en ook wat hun verplichtingen zijn.
Voor Wajongers met een tijdelijk dienstverband is onze dienstverlening erop gericht om zo mogelijk het dienstverband te verlengen. Mede dankzij onze inspanningen zijn in de eerste vier maanden van 2020 voor deze doelgroep 3.814 contracten verlengd. Indien contractverlenging niet mogelijk is, is de insteek om vroegtijdig (voordat de Wajonger werkloos wordt) te starten met de bemiddeling naar een nieuwe werkkring. Deze insteek geldt óók tijdens de coronacrisis. Mogelijk zullen meer Wajongers om intensievere dienstverlening vragen, omdat zij hun baan (dreigen te) verliezen.
Tot en met april hebben we 2.652 Wajongers aan werk kunnen helpen. Hiermee voldoen we tijdsevenredig voor 96% aan de doelstelling (8.000 plaatsingen op jaarbasis). Het valt echter moeilijk te voorspellen hoe het aantal plaatsingen zich de komende maanden zal ontwikkelen. We houden er rekening mee dat we de beoogde 8.000 plaatsingen niet gaan halen omdat het hierbij gaat om contactintensieve dienstverlening – en die is nu niet mogelijk.
Op verzoek van het ministerie van SZW zijn we in 2019 gestart met een verkenning van de dienstverleningsbehoefte van Wajongers die een vast dienstverband hebben bij een reguliere werkgever. Ook Wajongers die als zelfstandige werken vragen we of ze behoefte hebben aan onze dienstverlening. We hebben onze manier van benaderen eerst zorgvuldig beproefd op vier kantoren. Eind april 2020 hadden we met 5.062 werkende Wajongers gesprekken gevoerd. 520 van hen hebben aangegeven behoefte te hebben aan ondersteuning. Dat kan inzet van jobcoaching zijn, maar ook ondersteuning bij bemiddeling naar een andere functie. De overigen waren over het algemeen positief over het feit dat ze door UWV zijn benaderd, maar gaven aan, in ieder geval voor dit moment, tevreden te zijn met de huidige werkplek. De meerwaarde van het contact is dat zij UWV (weer) scherper op het netvlies hebben als organisatie die ze kunnen benaderen met vragen over werk en ondersteuning bij werk – wat nog relevanter zal worden nu de economische gevolgen van de coronacrisis zich steeds meer doen gelden. Inmiddels zijn de resultaten besproken met het ministerie en is besloten dat UWV de dienstverlening aan deze groep werkenden kan continueren. Uitgaande van het huidige tempo betekent dit dat halverwege 2021 de volledige groep in kaart gebracht is, inclusief hun wensen op het gebied van dienstverlening.
Uitstroom naar werk vanuit een arbeidsongeschiktheidsuitkering
Wij vinden het belangrijk dat mensen hun mogelijkheden optimaal benutten. In de eerste vier maanden van 2020 vonden 11% minder mensen met een arbeidsbeperking werk dan in dezelfde periode in 2019. Het aantal mensen met een WIA‑uitkering dat in de eerste vier maanden van 2020 werk vond, was 4% hoger dan in de eerste vier maanden van 2019. Het aantal Wajongers dat werk heeft gevonden, is 15% lager dan in dezelfde periode in 2019 maar nog steeds 2% hoger dan het met het ministerie afgesproken aantal. Er is geen nieuwe instroom meer van Wajongers met arbeidsvermogen. De Wajongers die nu nog niet werken, hebben veelal beperkte mogelijkheden en/of een grote afstand tot de arbeidsmarkt en zijn daardoor moeilijk plaatsbaar. Sinds de coronacrisis is er bovendien sprake van een verslechterende arbeidsmarkt, zeker voor werkzoekenden met een beperking. Ook het aantal mensen met een Ziektewet‑uitkering en een WAO-/of WAZ‑uitkering dat in deze periode een baan vond, daalde (met respectievelijk 49% en 16%). In totaal vonden in de eerste vier maanden van 2020 4.300 mensen met een arbeidsbeperking een baan. Zolang de coronamaatregelen van toepassing zijn en de arbeidsmarkt niet verbetert, is de verwachting dat deze daling zich zal voortzetten.
Tabel: Uitstroom naar werk van mensen met een arbeidsbeperking*
*Eerste vier maanden 2020 | *Eerste vier maanden 2019 | |
Aantal aan werk geholpen mensen met een arbeidsbeperking | 4.326 | 4.742 |
Mensen met recht op Wajong-uitkering | 2.652 | 3.028 |
Mensen met recht op overige arbeidsongeschiktheidsuitkeringen | 1.674 | 1.714 |
Mensen met recht op WAO-/WAZ-uitkering | 66 | 88 |
Mensen met recht op WIA-uitkering | 1.458 | 1.396 |
Mensen met recht op Ziektewet-uitkering | 150 | 230 |
- * De aantallen worden op verschillende manieren berekend. Bij de Wajong tellen we alleen de mensen die een arbeidsovereenkomst van minimaal zes maanden voor minimaal twaalf uur per week hebben aanvaard. Bij de WIA, WAO en WAZ tellen we de mensen van wie de re‑integratiedienstverlening is beëindigd omdat ze voor hun resterende verdiencapaciteit werk hebben aanvaard. Voor de Ziektewet tellen we uitsluitend de mensen die na een re‑integratietraject aan het werk zijn gegaan.
In de eerste vier maanden van 2020 hebben ook nog 1.899 mensen met een WIA/WGA‑uitkering gedeeltelijk het werk hervat.
Doorkijk naar toekomstige ontwikkelingen
Omdat we vanaf juni weer beperkte face‑to‑facedienstverlening kunnen inzetten, kiezen we – net zoals bij de WW – voor een gefaseerde aanpak. Ook voor de dienstverlening aan arbeidsbeperkten geldt dat we onze face‑to‑facedienstverlening eerst inzetten voor specifieke, landelijk vastgestelde groepen en waar mogelijk lokaal de face‑to‑facegesprekken uitbreiden. Vanaf september is het de bedoeling om onze dienstverlening verder uit te breiden met een meer en gevarieerde (online) dienstverlening. We hopen onze dienstverlening zo snel als mogelijk is weer uit te voeren zoals vóór de coronacrisis, waarbij we eventuele verbeteringen hebben doorgevoerd.
Inzet re-integratiediensten
UWV koopt voor klanten met een Ziektewet- of arbeidsongeschiktheidsuitkering re‑integratiedienstverlening in bij re‑integratiebedrijven. Het gaat om drie re‑integratiediensten: allereerst re‑integratiediensten in twee stappen van elk zes tot negen maanden: eerst de dienst Werkfit maken en daarna de dienst Naar werk. Voor mensen met arbeidsvermogen voor wie de stap naar de dienst Werkfit maken nog te groot is, kunnen we modulaire re‑integratiediensten inkopen. Daarnaast kopen we trajecten voor de regeling Individuele plaatsing en steun (IPS) en scholingen in.
Effecten van de coronacrisis
Tot en met april 2020 is geen daling zichtbaar in de inkoop van re‑integratiediensten. Er is wel sprake van een daling bij de inzet van IPS EPA (individuele plaatsing en steun bij ernstige psychische aandoeningen). Deze trend was echter al zichtbaar in 2019. Leveranciers hebben twee maanden respijt gekregen voor het indienen van re‑integratieplannen omdat klanten als gevolg van de coronacrisis mogelijk slechter bereikbaar zijn. Dit kan ook gevolgen hebben voor de tijdigheid van dienstverlening die wij hebben ingekocht bij re‑integratiebedrijven. Deze zijn daarom half maart geïnformeerd dat dienstverlening waarvan de maximale duur op korte termijn zou verstrijken, met twee maanden verlengd kan worden om (alsnog) tot het gewenste resultaat te komen. Voor de maanden mei tot en met augustus wordt een verdere daling verwacht in de inzet van re‑integratiediensten. In de registratie van de beëindigde diensten is tot en met april geen opvallende daling te zien.
Resultaten
In de eerste vier maanden van 2020 zijn 11.292 re‑integratiediensten ingekocht. Daarnaast zijn er 170 IPS-trajecten verstrekt. Het voor 2020 beschikbare budget is € 94,0 miljoen (inclusief budget voor de regeling Individuele plaatsing en steun). De totale uitgaven voor de eerste vier maanden van 2020 waren € 30,1 miljoen (evenveel als in dezelfde periode in 2019). Daarmee blijven we binnen het beschikbare tijdsevenredige budget van € 31,1 miljoen.
Tabel: Ingekochte re-integratietrajecten en verstrekte IPS‑trajecten*
Eerste vier maanden 2020 | Eerste vier maanden 2019 | |
WAO | 163 | 126 |
Ziektewet | 3.099 | 2.975 |
oWajong/Wajong 2010 | 3.247 | 3.186 |
WIA | 3.697 | 3.341 |
WW (WIA/Ziektewet < 35%) | 1.086 | 75 |
Totaal ingekochte re-integratiedienstverlening | 11.292 | 9.703 |
IPS | 170 | 262 |
Totaal | 11.462 | 9.965 |
- * Naast de in de tabel genoemde 11.462 re‑integratie- en IPS‑trajecten die we vanuit het budget van € 94 miljoen hebben ingekocht, hebben we 339 Ziektewet‑arbo‑interventies ingekocht.
De dienstverlening voor mensen die een WW‑uitkering krijgen omdat ze voor de WIA of de Ziektewet minder dan 35% arbeidsongeschikt zijn bevonden, is in 2019 langzaam van start gegaan om eerst ervaring op te doen met deze specifieke doelgroep. Dit verklaart waarom het aantal in de eerste vier maanden van 2020 voor deze doelgroep ingekochte re‑integratietrajecten zo veel hoger is dan in de eerste vier maanden van 2019.
Ook scholingen vallen onder re‑integratiediensten. Voor mensen met een arbeidsongeschiktheids- of Ziektewet‑uitkering hebben we in de eerste vier maanden van 2020 996 scholingen ingekocht. Er werden 914 scholingen afgesloten, waarvan 682 met diploma. Zie voor scholingen WW paragraaf Dienstverlening voor WW’ers onder het kopje Scholingsbudget WW.
UWV heeft in 2017 een convenant afgesloten met onder andere Cedris, Divosa, GGZ Nederland en de AWVN om psychisch kwetsbare mensen te ondersteunen. Per 2017 is de onderzoeksubsidieregeling IPS EPA in werking getreden. Er is voor een periode van 5 jaar € 20 miljoen beschikbaar om mensen met EPA naar werk te begeleiden. Bij de start van IPS EPA werd uitgegaan van 500 IPS‑trajecten per jaar. In de eerste vier maanden van 2020 hebben we 170 trajecten toegekend, voor een bedrag van € 1,4 miljoen. Dat is aanzienlijk minder dan over de eerste vier maanden van 2019. Mogelijk komt dit deels door de coronacrisis.
Met het plaatsingspercentage arbeidsgehandicapten meten we hoeveel in een bepaald kalenderjaar gestarte re‑integratietrajecten hebben geleid tot een plaatsing in een betaalde baan na afronding van dat re‑integratietraject. Het plaatsingspercentage van de in 2019 gestarte diensten zal verder stijgen, omdat diensten Naar werk nog tot een plaatsing kunnen leiden.
Grafiek: Plaatsingspercentage mensen met een arbeidsbeperking
Inzet voorzieningen
Mensen met een beperking hebben soms hulp of een hulpmiddel nodig om hun werk goed te kunnen doen, om onderwijs te kunnen volgen of goed te functioneren in hun dagelijks leven. Bij de hulpmiddelen kan het gaan om intermediaire voorzieningen (vooral doventolken), meeneembare voorzieningen (zoals een brailleleesregel), niet‑meeneembare voorzieningen (zoals een werkgeversvoorziening) en vervoersvoorzieningen (zoals de aanpassing van een auto). UWV verzorgt werk- en onderwijsvoorzieningen, en sinds 1 juli 2019 kunnen burgers ook bij ons terecht voor tolkvoorzieningen voor privésituaties (leefvoorzieningen). De tijdigheid van het afhandelen van aanvragen voor voorzieningen was 94% en is daarmee boven de met het ministerie van SZW afgesproken norm van 90%.
Effecten van de coronacrisis
We handelen de aanvragen van voorzieningen digitaal en telefonisch af. Soms is echter face‑to‑facecontact nodig, bijvoorbeeld bij de aanpassing van een auto of bij een werkplekonderzoek, en kan het traject niet worden afgerond. In dat geval wordt de klant daarover geïnformeerd. Het aantal aanvragen voor voorzieningen is in de maanden maart en april lager dan in dezelfde maanden in 2019. Het aantal aanvragen voor jobcoaching vertoonde al een dalende trend, door de coronacrisis is het aantal aanvragen hiervoor sterk gedaald. Bij de afhandeling van aanvragen lopen we in op de werkvoorraad. Het aantal toe- en afwijzingen is in maart 2020 gestegen ten opzichte van vorig jaar. In april 2020 is het totaalaantal toe- en afwijzingen nagenoeg gelijk aan het aantal in april 2019.
Resultaten
Mensen met structureel functionele beperkingen kunnen bij UWV voorzieningen aanvragen die hen in staat stellen (weer) te gaan werken of onderwijs te volgen (werkvoorzieningen). In de eerste vier maanden van 2020 hebben we 14.705 werkvoorzieningen ingezet voor mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering, waarvan de meeste voor Wajongers (10.946). De uitgaven voor deze voorzieningen bedroegen € 25,8 miljoen en blijven daarmee ruim binnen het beschikbare tijdsevenredige budget van € 31,0 miljoen. De uitgaven stegen met bijna 7% ten opzichte van dezelfde periode in 2019 (€ 24,2 miljoen). Dat komt vooral door hogere kosten voor vervoersvoorzieningen.
Tabel: Aantal ingezette werkvoorzieningen
Eerste vier maanden 2020 | Eerste vier maanden 2019 | |
Werknemersvoorzieningen | 13.846 | 14.809 |
Intermediaire voorzieningen | 487 | 875 |
Externe jobcoach | 6.019 | 6.737 |
Loondispensatie | 3.620 | 3.983 |
Meeneembare voorzieningen | 1.926 | 1.826 |
Starterskrediet | 2 | 10 |
Vervoersvoorzieningen | 1.792 | 1.378 |
Werkgeversvoorzieningen | 859 | 1.051 |
Interne jobcoach | 818 | 997 |
Meeneembare voorzieningen | 1 | 1 |
Pilot Generieke werkgeversvoorzieningen | 0 | N.v.t. |
Overige werkgeversvoorzieningen | 40 | 53 |
Totaal | 14.705 | 15.860 |
Per1 juli 2019 zijn de normbedragen voor voorzieningen herijkt. Daardoor hebben klanten die gebruikmaken van een (rolstoel)taxi als vervoersvoorziening in een aantal gevallen sinds die datum niet het volledige bedrag vergoed gekregen waar zij recht op hebben. We hebben uitgezocht welke klanten recht hadden op een nabetaling. Momenteel is circa 80% nabetaald. In de komende maanden wordt het laatste deel afgerond.
In de eerste vier maanden van 2020 hebben we in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) 1.164 onderwijsvoorzieningen toegekend. Dat zijn er minder dan in dezelfde periode in 2019 (1.310). Dit is een gevolg van de effecten van de corona‑uitbraak en de daarmee samenhangende schoolsluiting vanaf half maart.
Tabel: Uitgaven onderwijsvoorzieningen
Bedragen x € 1 miljoen | Eerste vier maanden 2020 | Eerste vier maanden 2019 |
Intermediair | 3,8 | 4,4 |
Meeneembaar | 1,3 | 1,1 |
Vervoer | 2,6 | 2,9 |
Totaal voor de klant | 7,7 | 8,4 |
Uitvoeringskosten | 0,5 | 0,4 |
Totaal | 8,2 | 8,8 |
Sinds 1 juli 2019 voert UWV in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) ook de tolkvoorzieningen in het leefdomein uit (voor deelname aan het maatschappelijk verkeer). UWV verstrekt hierdoor nu alle tolkvoorzieningen voor werk, onderwijs en leefdomein en biedt daarmee 1 centraal loket voor mensen met een auditieve beperking en organisaties die tolkuren willen aanvragen. In de eerste vier maanden van 2020 hebben we 200 toekenningen aan nieuwe klanten verstrekt. Verder hebben 138 personen met een lopende voorziening een maatwerkaanvraag ingediend omdat zij meer tolkuren nodig hadden. Al deze aanvragen zijn toegekend. Aan 86 organisaties is een voorziening toegekend waarvoor € 0,4 miljoen is uitgegeven.
Omdat de tolkvoorziening binnen het leefdomein nieuw is voor UWV, is de wijze van uitvoering besproken met het ministerie van VWS. Tijdens overleggen met de ministeries van SZW, OCW en VWS hebben we uitgelegd welke controles we uitvoeren en welke controles moeilijk uitvoerbaar zijn. Daarnaast hebben we de huidige beleidskaders met het ministerie van VWS besproken. Bij de centralisatie is namelijk afgesproken om aan te sluiten bij de wijze van uitvoering zoals die voorheen door gemeenten werd gedaan. Hierdoor worden aanvragen goedgekeurd waarbij UWV twijfels heeft of dit wel de bedoeling is van de regeling. Daar waar nodig zullen we samen optrekken om de beleidskaders aan te scherpen.
Inclusief uitvoeringskosten hebben we in de eerste vier maanden van 2020 € 3,1 miljoen aan intermediaire voorzieningen zoals een voorleeshulp uitgegeven. Voor de uitgaven voor de klant is een budget van € 11,5 miljoen toegekend. In de eerste vier maanden van 2020 hebben we daarvan € 2,9 miljoen uitgegeven. Dit is ruim binnen het aanvankelijk begrote bedrag van € 3,8 miljoen. Als gevolg van de uitbraak van het coronavirus zijn de uitgaven in maart en april lager dan verwacht.
Tabel: Uitgaven voorzieningen leefdomein
Bedragen x € 1 miljoen | Eerste vier maanden 2020 | Eerste vier maanden 2019 |
Intermediaire voorzieningen | 2,9 | n.v.t. |
Totaal voor de klant | 2,9 | n.v.t. |
Uitvoeringskosten | 0,2 | n.v.t. |
Totaal | 3,1 | n.v.t. |
Technologische ontwikkelingen bieden nieuwe mogelijkheden voor werk- en onderwijsvoorzieningen (zie ook paragraaf Kennisontwikkeling, onder het kopje Weten wat werkt). Nieuwe technologische ontwikkelingen stroken vaak niet met de regel dat de voorziening altijd de goedkoopste adequate oplossing voor de persoon in kwestie moet zijn. Een eventuele technologische innovatie kan daardoor alleen als voorziening worden verstrekt als er geen goedkopere alternatieven zijn. In de pilot Generieke werkgeversvoorziening, die per 1 maart 2020 is gestart, gaan we onderzoeken of en hoe voorzieningen die gebruikmaken van nieuwe technologieën toch kunnen worden vergoed. In deze pilot kan een werkgever bij UWV subsidie aanvragen voor een werkplekaanpassing om daarmee meerdere werknemers met een vergelijkbare beperking – tegelijk of volgtijdelijk – in dienst te nemen. De werkgever zal duurzame werkgelegenheid voor ten minste drie jaar moeten aanbieden. In deze pilot wordt geëxperimenteerd met het stapsgewijs loslaten van het individuele dienstverband als voorwaarde voor een werkvoorziening. Er zijn nog geen subsidieaanvragen van werkgevers ontvangen. Daarnaast hebben we frequent overleg met de ministeries van OCW en SZW, en voor de tolkvoorziening ook met het ministerie van VWS, over de vrijheid van UWV om innovatieve middelen als voorziening in te zetten.
Kwaliteitsverbetering bestellen re‑integratietrajecten en voorzieningen
In 2019 is uit meerdere onderzoeken – zoals het recent gepubliceerde UWV‑rapport Wat kopen we in voor wie? – naar voren gekomen dat het bestellen van re‑integratietrajecten en voorzieningen beter moet en kan. Daarom verbeteren we in 2020 onze opdrachtgeversrol binnen het bestelkader AG en ontwikkelen we een nieuw bestelkader voor scholing. We scherpen ons leveranciersmanagement aan en monitoren de kwaliteit van re‑integratiebedrijven. We scholen onze medewerkers in methodisch handelen en gaan werken volgens het Kader methodisch re‑integreren. Ook ontwikkelen we voor onze medewerkers een opleiding specifiek gericht op de inkoop van re‑integratiedienstverlening. Verder werken we aan een aanpassing van het format van onze werkplannen en de eindrapportages. Daarnaast werkt een speciaal team aan zowel proces- als beleidsverbeteringen voor vervoersvoorzieningen. Dit wordt na afronding ook voor andere voorzieningen gedaan. Een verbetering die al is doorgevoerd, is de extra controle die wordt verricht voordat een voorziening wordt verstrekt (het zogenoemde vierogenprincipe). We hebben de medezeggenschap om advies gevraagd over een voorstel voor een toekomstbestendige organisatie‑inrichting die de verbetering van de kwaliteit van de re‑integratie- en voorzieningendienstverlening structureel ondersteunt.