Mensen ondersteunen bij hun zoektocht naar werk en mensen die (nog) geen werk hebben van inkomen voorzien zijn kerntaken van UWV. Maar we hebben ook een poortwachtersrol voor de sociale zekerheid: we beoordelen of verzekerden terecht een beroep doen op een werknemersverzekering.
We controleren of klanten de regels en plichten die bij een uitkering horen, naleven. Daarbij bieden we persoonlijke en efficiënte dienstverlening, waar handhaven een integraal onderdeel van uitmaakt. Is er toch sprake van regelovertreding, dan treden we op. Onder invloed van de coronacrisis hebben we een aantal handhavingsactiviteiten echter moeten opschorten. Daarop gaan we op verschillende plekken in deze paragraaf nader in.
Prioriteiten in 2020
Met een risicogerichte handhavingsaanpak willen we een goede balans vinden tussen dienstverlening en handhaving en de beschikbare capaciteit slimmer en effectiever inzetten. We richten ons daarbij op risico’s die het draagvlak van het socialezekerheidsstelsel aantasten. Dat is het geval als de financiële schade groot is, er complexe fenomenen zijn waar meerdere partijen bij betrokken zijn of als de middelen in onze eigen dienstverlening en controles (nog) niet toereikend zijn. Mensen die zich aan de regels houden, ondervinden zo min mogelijk hinder van aangescherpte controles. Mensen die misbruik maken worden, binnen de grenzen van de beschikbare capaciteit, op effectieve wijze opgespoord. Zo hebben we de misbruikrisico’s bij de WW samen met een extern onderzoeksbureau geïnventariseerd. Dit onderzoek heeft bevestigd dat we de grootste en belangrijkste risico’s die voortvloeien uit WW‑wetgeving in beeld hebben. In het eerste halfjaar van 2020 inventariseren we de misbruikrisico’s voor de Ziektewet en de WIA. Verder heeft het onderzoeksbureau, in samenwerking met UWV en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), gewerkt aan een verdere professionalisering en verbetering van ons huidige afwegingskader. Het nieuwe afwegingskader moet leiden tot een door het ministerie en UWV gewogen en gedragen prioritering van de frauderisico’s en de maatschappelijke impact ervan, zodat er weloverwogen keuzes mogelijk zijn over de inzet van menskracht en middelen om fraude te voorkomen en het accepteren van restrisico’s in brede zin.
Er is binnen de hele UWV‑organisatie meer aandacht voor handhaven. Het aantal interne meldingen nam sinds half 2019 substantieel toe. In lijn met onze risicogerichte aanpak hebben we samen met het ministerie van SZW zorgvuldige keuzes gemaakt welke meldingen we volop en welke we in mindere mate oppakken. Deze keuzes vinden steun in het afwegingskader. Intussen zijn we hard bezig met het aantrekken en opleiden van nieuwe medewerkers. Als gevolg van de coronamaatregelen is het aantal interne meldingen sinds half maart gedaald; prioriteringsafspraken worden om die reden daar waar nodig ook herzien. Hierop gaan we op diverse plekken in deze paragraaf nader in.
Door de impact van de coronacrisis hebben we besloten het programma Investeren in de toekomst (IidT) voorlopig te bevriezen. Dit programma heeft tot doel om het bedrijfsonderdeel Handhaving uit te breiden, verder te ontwikkelen en te professionaliseren. De lopende activiteiten zijn afgerond en de documenten zijn opgeleverd. Het project dat zich richt op de herziening van boetes naar aanleiding van uitspraken van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) blijft wel doorlopen (lees meer hierover onder het kopje Uitspraken Centrale Raad van Beroep). Ook de werving en opleiding van nieuwe medewerkers blijven doorgaan. Volgens planning zullen de komende maanden fraudeonderzoekers uit de opleiding de uitvoering instromen.
Preventieve handhaving
Verreweg de meeste uitkeringsgerechtigden handelen te goeder trouw. Om te voorkomen dat ze onbedoeld de regels overtreden, leggen we de rechten en plichten zo helder mogelijk uit en richten we de processen zo in dat het voor klanten zo makkelijk mogelijk is om zich eraan te houden. Hierbij maken we gebruik van inzichten uit gedragswetenschappelijk onderzoek. In 2020 en 2021 onderzoeken we ‘doenvermogen’: het cognitieve vermogen dat nodig is om een taak te volbrengen, in actie te komen, vol te houden en om te gaan met verleiding en tegenslag. Wanneer UWV een stevig beroep doet op het doenvermogen van een burger, wordt de kans op onbewuste regelovertreding groter. Daarom is het nuttig om in kaart te brengen welke processen veel doenvermogen van de klant vragen. Hiervoor wordt nu een toetsingsmethode ontwikkeld. Verder wordt een training voor adviseurs werk ontworpen om klanten met een verminderd doenvermogen beter te ondersteunen en een neerwaartse spiraal te voorkomen.
Datagedreven handhaven
We willen proactief en gericht handhaven. Daarvoor is het nodig dat we inzicht hebben in (gedrags)kenmerken die duiden op een hogere kans dat regels worden overtreden. We delen, koppelen en analyseren (geanonimiseerde) data om de risico’s in kaart te brengen. Wanneer we mogelijk relevante combinaties van kenmerken bespeuren, ontwikkelen we risicomodellen waarmee we aanvragen of dossiers selecteren die in aanmerking komen voor nader onderzoek. We zetten data‑analyse ook in om kennis te vergaren over fraudefenomenen waartegen we, samen met ketenpartners en het ministerie, in actie kunnen komen.
In 2020 implementeren we landelijk het risicogebaseerd werken. Daarbij onderwerpen we uitkeringen met een verhoogd risico op misbruik aan extra aangescherpte controles. Voor de uitvoering van deze controletaak wordt extra ruimte beschikbaar gesteld. Door de coronacrisis is de uitvoering van de controles nu echter minder goed mogelijk. Wel wordt extra geïnvesteerd in de kwaliteit (we verbeteren de documentatie van de modellen) en de uniformiteit van de risicomodellen. We werken aan een verbeterde versie van het risicomodel verblijf buitenland. We gebruiken de vakkennis van onze medewerkers bij het steeds verder verbeteren van het beoordelingsproces.
Er zijn in 2019 vier onderzoeks- en analyseteams gestart die in samenwerking met de betrokken divisies zo veel mogelijk risico’s inventariseren en monitoren. Begin 2020 is een jaarplanning met een prioriteitsstelling voor de teams gemaakt. Deze moeten we in verband met de gevolgen van de coronacrisis voor onze werkzaamheden en capaciteit echter bijstellen. Het gaat dan vooral om de ontwikkeling van nieuwe thema’s en het opzetten van nieuwe teams daarvoor. De lijst met mogelijke frauderisico’s blijft onveranderd groot. In de NOW hebben UWV en het ministerie van SZW ook handhavingsrisico’s onderkend. Om ondernemers zo snel mogelijk hulp te bieden en ter bescherming van de werkgelegenheid, zijn die risico’s door het ministerie geaccepteerd. Een speciale NOW‑taskforce inventariseert deze risico’s en verkent de mogelijkheid om in de nabije toekomst met ketenpartners (Inspectie SZW, Belastingdienst, FIOD) onderzoek te verrichten naar (een van) deze risico’s. Dit traject bevindt zich op dit moment in de verkennende fase. Ook deze onderzoeken zullen datagedreven zijn.
Effectief handhaven
Om zo effectief mogelijk te handhaven, maken we gebruik van een risicogerichte aanpak. In de eerste maanden van 2020 zijn extra handhavingsdeskundigen aangetrokken. Deze handhavingsdeskundigen zullen naar verwachting in de zomer klaar zijn met de opleiding en aan het werk kunnen. Hiermee zorgen we ook op de langere termijn voor extra handhavingscapaciteit. Uitgangspunt voor de inzet van onze handhavingscapaciteit blijven de met het ministerie van SZW gemaakte afspraken over prioritering.
Meldpunt UWV
UWV doet mee aan het project Landelijke Aanpak Adreskwaliteit (LAA) van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). LAA onderzoekt adresgegevens waarover uitvoerders beschikken op mogelijke afwijkingen met de Basisregistratie personen (BRP). In september 2019 startte een proef met 3 gemeenten om een signaal te ontwikkelen waarmee gemeenten bij twijfel aan de juistheid over een inschrijving in de Registratie Niet‑Ingezetenen (RNI) een adresonderzoek kunnen starten. Daarbij wordt gebruikgemaakt van UWV‑informatie over de verblijfplaats. De proef levert voor zowel de gemeenten als voor UWV waardevolle aanknopingspunten op in de aanpak van ongewenste adresgerelateerde fenomenen zoals overbewoning, oneigenlijke bewoning, illegale onderverhuur en ook fraude. Beide partijen krijgen dankzij de samenwerking risicoadressen in beeld. Voor gemeenten is het signaal niet alleen interessant als fraudesignaal maar ook als kwaliteitssignaal. Als bijvangst is namelijk uit de proef gebleken dat er op de onderzochte adressen veel personen zijn aangetroffen die niet in de BRP stonden ingeschreven of van wie is vastgesteld dat ze weliswaar ingeschreven staan maar er feitelijk niet wonen. Alles bij elkaar bevordert dit de kwaliteit van de BRP. Eind april 2020 is de proef uitgebreid met 9 andere gemeenten.
Daarnaast kunnen medewerkers uit de uitvoering adressen waar ze vraagtekens bij hebben melden bij het centrale loket dat UWV daarvoor heeft ingericht. Bij gerede twijfel over de juistheid van een adres doet UWV rechtstreeks melding bij de desbetreffende gemeente. Er zijn in de eerste vier maanden van 2020 6 meldingen bij het centrale loket gedaan, waarvan er 4 bij gemeenten zijn gemeld. We hebben inmiddels intern aandacht gevraagd bij medewerkers om meldingen door te geven.
Overtredingen inlichtingenplicht
Uitkeringsgerechtigden hebben een inlichtingenplicht om relevante wijzigingen tijdig en volledig aan ons door te geven. Het kan bijvoorbeeld gaan om andere inkomsten, vrijwilligerswerk, vakantie, verhuizing, huwelijk of echtscheiding, of ziekte. We controleren met bestandsvergelijkingen, telefonische controles en huisbezoeken of ze zich hieraan houden. Zo niet, dan moeten ze het te veel ontvangen bedrag terugbetalen. Daarbovenop kan een boete of waarschuwing worden opgelegd. Ook kunnen we in bepaalde gevallen aangifte doen bij het Openbaar Ministerie voor een strafrechtelijke afdoening. In de eerste vier maanden van 2020 was het totaal geconstateerde benadelingsbedrag als gevolg van overtredingen van de inlichtingenplicht € 8,0 miljoen. Dat is minder dan in dezelfde periode in 2019 (€ 9,6 miljoen). Het boetebedrag in de eerste vier maanden van 2020 is ook evenredig lager (€ 1,4 miljoen) dan dat in dezelfde periode in 2019 (€ 1,8 miljoen). Deze daling komt naar alle waarschijnlijkheid doordat we als gevolg van de coronamaatregelen geen controlebezoeken meer kunnen afleggen. Hiernaar zullen we verder onderzoek doen.
De fraudealertheid en meldingsbereidheid van onze medewerkers zijn sinds 2019 zichtbaar gegroeid. De groei van het aantal interne meldingen stabiliseerde begin 2020; sinds de invoering van de coronamaatregelen is een daling zichtbaar. Dat komt ook doordat bedrijfsonderdelen onder druk van de huidige omstandigheden besloten hebben om minder prioriteit aan de meldingen te geven. Meldingen over te late hersteldmeldingen voor de Ziektewet en te late vakantiemeldingen voor de WW worden tijdelijk niet meer doorgegeven, omdat ze een lagere prioriteit hebben. Ook het aantal externe meldingen daalt. De restricties die de overheid heeft opgelegd, verminderen de mogelijkheid om zwart te werken, grenzen zijn gesloten waardoor vakanties of verblijf in het buitenland bijna niet meer mogelijk zijn en er is minder sociale controle nu iedereen thuis moet blijven. De afhandeling van meldingen waarbij een huisbezoek of fysiek contact nodig is, loopt vertraging op. We hebben beperkte onderzoeksmogelijkheden, huisbezoeken (ook in het buitenland) zijn niet mogelijk, waarnemingen ter plaatse zijn minder effectief, we kunnen geen face‑to‑facegesprekken voeren en bij de vervangend telefonische gesprekken valt non‑verbale communicatie weg. Mogelijk neveneffect is dat uitkeringsgerechtigden daardoor langer in overtreding zijn, wat weer kan leiden tot hogere terugvorderingen en boetes voor de klant.
Tabel: In behandeling genomen fraudesignalen
Eerste vier maanden 2020 | Eerste vier maanden 2019 | |
Interne meldingen | 7.094 | 5.276 |
Externe meldingen | 2.688 | 2.942 |
Overige signalen | 1.768 | 2.907 |
Ondanks de grotere inzet op handhaving hebben we in de eerste vier maanden van 2020 minder overtredingen van de inlichtingenplicht geconstateerd dan in dezelfde periode in 2019. In hoeverre dit een relatie heeft met de coronacrisis onderzoeken we nog. In de paragraaf Inkomenszekerheid bieden is onder het kopje Werkzaamheden opgeschort een overzicht opgenomen van werkzaamheden die we door de coronacrisis niet meer uitvoeren en die van invloed zijn op de handhaving van de inlichtingenplicht.
Tabel: Overtredingen inlichtingenplicht
Eerste vier maanden 2020 | Eerste vier maanden 2019 | |||
Aantal | % | Aantal | % | |
Aantal geconstateerde overtredingen | 4.500 | 5.200 | ||
Opgelegde boetes | 1.500 | 34% | 1.900 | 36% |
Opgelegde waarschuwingen | 2.100 | 46% | 2.200 | 42% |
Geen boete of waarschuwing opgelegd | 900 | 20% | 1.100 | 22% |
Processen-verbaal voor Openbaar Ministerie | *0 | 0% | *0 | 0 |
- * Dit is een afgerond aantal, het exacte aantal is 15 (2019: 10).
Uitspraken Centrale Raad van Beroep
Op 7 maart 2019 heeft de Centrale Raad van Beroep (CRvB) 3 uitspraken gedaan over 3 herzieningsverzoeken van aangescherpte boetes. De CRvB heeft hierbij richtlijnen gegeven voor de behandeling van verzoeken om herziening van boetes die zijn opgelegd onder het regime van de Wet handhaving en aanscherping sanctiebeleid SZW‑wetgeving en het Boetebesluit socialezekerheidswetten. Het gaat hierbij om boetes die zijn opgelegd in de periode van 1 januari 2013 tot en met 12 oktober 2014. De minister van SZW heeft gekozen voor herziening van boetes op verzoek, waarbij UWV de betrokken uitkeringsgerechtigden zal informeren over de mogelijkheid om een herzieningsverzoek in te dienen. In december 2019 zijn de eerste 40 klanten aangeschreven. We schatten in dat ongeveer 6.500 klanten een herzieningsverzoek kunnen indienen. We zullen ongeveer een jaar nodig hebben om hen aan te schrijven. De herzieningsactie ligt op schema. Per eind april hadden we ruim 2.200 van de 6.500 klanten aangeschreven. Er zijn 1.350 klanten uitgevallen. Het gaat daarbij voornamelijk om mensen van wie we, ook na aanvullend onderzoek, niet het adres hebben kunnen achterhalen. Van de aangeschreven klanten reageert tot nu toe ongeveer 60%. De boetes worden binnen 8 weken herzien.
Sinds de aanpassing van de Fraudewet in 2014 maken we bij zaken waarin de benadeling vóór 1 januari 2013 startte en daarna doorliep, onderscheid tussen het oude, hoge boetebedrag dat gold vóór de invoering van de nieuwe Fraudewet per 2013 en het nieuwe maximale boetebedrag dat sindsdien geldt. Er zijn 5 klanten die eerder bezwaar hebben gemaakt omdat in hun zaak dit onderscheid niet is gemaakt. Dit bezwaar raakt 1.700 klanten die we al in het vizier hebben – deze groep wordt als laatste aangeschreven. Er is nog niet bekend wanneer over deze zaak een uitspraak zal volgen. We verwachten dat familie- en strafzaken door de huidige coronasituatie voorrang krijgen. Eind juni 2020 zullen we een keuze moeten maken om of het projectteam deze gevallen onder de huidige vuistregels voor januari 2021 af te laten handelen, of om een nieuwe uitspraak van de CRvB af te wachten.
Overtredingen inspanningsplicht
Uitkeringsgerechtigden met arbeidsvermogen zijn verplicht zich voldoende in te spannen om werk te vinden. WW’ers moeten verantwoording afleggen over hun sollicitatieactiviteiten. Wie zich aantoonbaar onvoldoende inspant, kan worden gekort op zijn uitkering. We hebben in de eerste vier maanden van 2020 minder overtredingen van de inspanningsplicht geconstateerd en ook minder maatregelen en waarschuwingen opgelegd. Deze daling doet zich vooral voor in april. Het aantal overtredingen en waarschuwingen was toen 3.500 lager dan in maart. Dit komt doordat we tijdelijk zijn gestopt met het versturen van automatische verantwoordingsberichten als een WW’er onvoldoende solliciteert. We hebben met het ministerie van SZW afgesproken om in verband met de coronacrisis bepaalde vormen van repressieve handhaving tijdelijk niet uit te voeren, zoals bij onvoldoende solliciteren of het weigeren van een passend werkaanbod. Dit omdat we vanwege de tijdelijke opschorting van de face‑to‑facedienstverlening personen niet kunnen identificeren. Een overzicht van in dit kader relevante werkzaamheden die we tijdelijk niet meer uitvoeren is opgenomen in paragraaf Dienstverlening voor WW’ers onder Aanpassingen in de dienstverlening vanwege coronacrisis en in paragraaf Inkomenszekerheid bieden onder Werkzaamheden opgeschort.
Tabel: Overtredingen inspanningsplicht
Eerste vier maanden 2020 | Eerste vier maanden 2019 | |||
Aantal | % | Aantal | % | |
Aantal geconstateerde overtredingen | 31.400 | 36.500 | ||
Opgelegde maatregelen | 16.800 | 54% | 13.200 | 36% |
Waarvan maatregelen WW | 14.800 | 11.900 | ||
WW-klanten die te laat hun WW-uitkering aanvroegen | 5.200 | 3.300 | ||
WW-klanten die verwijtbaar werkloos waren | 5.000 | 2.700 | ||
WW-klanten die onvoldoende hun best deden om passende arbeid te verkrijgen | 1.700 | 2.500 | ||
Niet melden feiten en omstandigheden aan UWV | 800 | 1.400 | ||
Overtredingen van de controlevoorschriften | 1.100 | 1.200 | ||
Overige | 1.000 | 800 | ||
Waarvan maatregelen overige wetten | 2.000 | 1.300 | ||
Opgelegde waarschuwingen | 14.200 | 45% | 22.900 | 63% |
Geen maatregel of waarschuwing opgelegd | 400 | 1% | 400 | 1% |
We zijn in overleg met het ministerie van SZW over uitbreiding van de schorsingsmogelijkheden wanneer klanten niet meewerken aan controles.
Fraudethema’s
We doen onderzoek naar meer georganiseerde vormen van fraude. Dit type onderzoek heeft, naast het opsporen van individuele regelovertreding, vooral als doel inzicht te verkrijgen in de omvang en impact van (mogelijke) fraudefenomenen, zodat we daarover adviezen kunnen geven aan de verschillende UWV‑onderdelen, de ketenpartners en het ministerie. Sinds eind 2018 hebben we ons grotendeels gericht op maatregelen tegen WW‑fraude. Door deze prioritering konden we minder tijd aan andere fraudethema’s besteden. Dit heeft geleid tot minder voortgang op een aantal thema’s. In de eerste vier maanden van 2020 hebben we voor fraudethema’s in totaal € 3,6 miljoen (zelfde periode in 2019: € 3,2 miljoen) aan benadelingsbedragen teruggevorderd, € 0,26 miljoen (zelfde periode 2019: € 0,45 miljoen) aan boetes opgelegd en € 5,4 miljoen (zelfde periode in 2019: € 6,9 miljoen) bespaard doordat uitkeringen zijn stopgezet of niet zijn toegekend. We hebben volgens de vastgestelde prioritering onder andere themaonderzoeken uitgevoerd naar:
-
een gefingeerd dienstverband: een schijnconstructie waarbij personen in de personeels‐ en loonadministratie worden opgenomen, terwijl er feitelijk geen sprake is van een dienstverband of het verrichten van arbeid;
-
gezondheidsfraude: iemand vertoont, zonder dat te melden bij UWV, activiteiten die niet passen bij zijn door ons vastgestelde belastbaarheid of wendt gezondheidsproblemen voor;
-
mogelijk misbruik van WW‑uitkeringen wegens betalingsonmacht (faillissementsfraude);
-
niet‑gemelde inkomsten uit hennepteelt, criminele activiteiten en de erotische sector.
Voor al deze thema’s geldt dat de coronamaatregelen flinke impact hebben op de afronding van de onderzoeken. Sinds half april wordt geëxperimenteerd met het spreken van klanten via alternatieve mogelijkheden, zoals (beeld)bellen. Vanwege de zeer beperkte mogelijkheden om op beveiligde wijze contact te hebben en gegevens uit te wisselen, kunnen we klanten en getuigen echter niet altijd de noodzakelijke gegevens tonen. Veel onderzoeken kunnen hierdoor nog niet volledig worden afgerond. Met de capaciteit die hierdoor vrijkomt, kunnen we onderzoeken die voorlopig waren stopgezet of getemporiseerd weer hervatten of intensiveren. We overwegen om als eerste de onderzoeken te hervatten die als gevolg van het prioriteren eind 2019 zijn stopgezet. Daarnaast bekijken we of risicosignalen gegenereerd kunnen worden voor het thema gefingeerde dienstverbanden en vanuit het risicomodel verblijf buitenland. Effecten van de coronacrisis op de prioritering van thema’s worden meegenomen in een herprioriteringsnota, waaraan we momenteel werken.
Sinds 1 april 2020 kunnen werkgevers gebruikmaken van de compensatieregeling transitievergoeding bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid. Met deze regeling kunnen werkgevers die een ontslagvergoeding hebben betaald aan een werknemer die langdurig arbeidsongeschikt was, een compensatie aanvragen bij UWV. De compensatie kan ook met terugwerkende kracht worden aangevraagd. Aanvragen worden onderzocht op misbruik van de regeling. Halverwege 2020 zijn de eerste resultaten bekend.
Fraudezaken die in aanmerking komen voor het strafrecht, bespreken we voor met het Functioneel Parket van het Openbaar Ministerie. Zo voorkomen we dat we zaken indienen waarbij de kans op een passend strafrechtelijk vonnis zeer gering is. In de eerste vier maanden van 2020 zijn 21 van zulke weegdocumenten met het Functioneel Parket besproken. We leverden 14 processen‑verbaal in. Ook bij het Openbaar Ministerie is er door de coronacrisis sprake van een vertraagde afhandeling. Desondanks hoeft de verwachting dat we in 2020 40 processen‑verbaal zullen indienen niet bijgesteld te worden.
UWV heeft, samen met het ministerie van SZW, voor de herstelactie op detentiemeldingen (zie paragraaf Inkomenszekerheid bieden, onder het kopje Uitkeringen aan gedetineerden) het standpunt bepaald dat er geen sprake is van overtreding van de inlichtingenplicht wanneer we een detentiemelding tijdig hebben ontvangen. We hebben hierna besloten het restant van de ingelezen signalen voor het fraudethema detentie af te handelen zonder een boete op te leggen. Dit betekent dat we de eerder binnen dit thema opgelegde boetes zullen terugdraaien.
We zijn bij het begin van de coronamaatregelen gestopt met de controles voor de regeling onwerkbaar weer die we in de winter van 2019/2020 hebben uitgevoerd. Dit was twee weken eerder dan gepland. In totaal zijn er 32 werkplekcontroles op locatie uitgevoerd. Op 16 van deze locaties is geconstateerd dat er werknemers aan het werk waren. Voor deze werknemers mag de werkgever geen uitkering aanvragen. We houden scherp in de gaten of de werkgever dit niet toch probeert te doen.
Sinds de invoering van de NOW hebben we 162 meldingen ontvangen over mogelijk misbruik van deze regeling (stand per 28 mei 2020). Sommige hebben betrekking op dezelfde werkgever. We doen bureauonderzoek naar alle meldingen. Eind april hadden we 45 meldingen bekeken. Meldingen die daartoe aanleiding geven, zoals meldingen over een valse NOW‑aanvraag, bespreken we met een aantal ketenpartners (Inspectie SZW, Belastingdienst, FIOD). We bekijken dan welke partner het beste de melding kan oppakken. Tot nu toe hebben we de meldingen over 12 werkgevers overgedragen aan de Inspectie SZW voor (straf)rechtelijk onderzoek.
Voortgang maatregelen fraude WW 2020
Na berichtgeving over fraude door Poolse arbeidsmigranten in de media hebben we eind 2018 met de minister van SZW extra maatregelen afgesproken om WW‑fraude door arbeidsmigranten tegen te gaan. In 2019 zijn veel van deze maatregelen nader uitgewerkt en in gang gezet. We hebben diverse onderzoeken verricht en er zijn concrete fraudezaken aan het licht gebracht. Hieronder is de voortgang van de maatregelen weergegeven. Ook hierbij zijn de effecten van de coronacrisis merkbaar. Afspraken voor een gesprek in het kader van een inspectie of themaonderzoek zijn omgezet in telefonische gesprekken. Als de klant een face‑to‑facegesprek prefereert, worden er nieuwe afspraken gemaakt. Deze afspraken zorgen voor een langere termijn bij de afhandeling van WW‑fraudezaken.
-
100% controle papieren WW‑aanvraag: Het proces rond de papieren WW‑aanvraag hebben we aangescherpt. Papieren aanvraagformulieren moeten worden aangevraagd op een UWV‑vestiging. De aanvrager moet zich daarbij altijd legitimeren en UWV registreert – conform de wettelijke voorschriften – diens persoonsgegevens. Als de uitkering wordt toegekend, wordt de uitkeringsgerechtigde binnen vier weken opgeroepen voor een werkoriëntatiegesprek. Tot maart 2020 was dit de werkwijze. Sinds half maart is de 100% controle op de papieren WW‑aanvraag vanwege de coronacrisis tot nader order opgeschort. De uitkeringsdeskundigen zijn volledig ingezet op de afhandeling van het toegenomen aantal uitkeringsaanvragen en de NOW.
-
Ontwikkeling risicomodel verwijtbaar werkloos: We verrichten aangescherpte controles om te achterhalen of iemand verwijtbaar werkloos is, ongeoorloofd in het buitenland verblijft of onvoldoende doet om weer aan het werk te komen. Op basis van data‑analyse en expertise van medewerkers zijn hiervoor modellen ontwikkeld die we sinds april 2019 gebruiken bij het vaststellen van het recht op en de continuering van WW‑uitkeringen. In januari en februari is er verder ingezet op de doorontwikkeling van het risicomodel verwijtbare werkloosheid. Sinds half maart 2020 zijn de ontwikkeling en afhandeling van de signalen uit het risicomodel on hold gezet. De uitkeringsdeskundigen die betrokken zijn bij het vakteam WW zijn nu voor de volle werktijd werkzaam voor de regiokantoren om alle aanvragen WW af te handelen. Het is nog onduidelijk wanneer het vakteam WW weer wordt hervat.
-
Meerdere uitkeringen op 1 adres: We onderzoeken ook situaties waarin meer dan 3 uitkeringen op 1 adres worden verstrekt. We controleren dan of de betrokken personen terecht een beroep doen op de WW en of ze daadwerkelijk op dat adres verblijven. Op dit moment wordt de eindevaluatie geschreven. De selectiecriteria voor meerdere uitkeringen op 1 adres maken inmiddels deel uit van het risicomodel verblijf buitenland, waardoor controle van de populatie geborgd is. Als gevolg van de coronamaatregelen vinden de ontwikkeling en afhandeling van signalen uit het risicomodel nog beperkt plaats, zie ook direct hieronder in deze opsomming bij Ontwikkeling risicomodel verblijf buitenland.
-
Ontwikkeling risicomodel verblijf buitenland: De ontwikkeling van én de afhandeling van de signalen uit het risicomodel verblijf buitenland vinden beperkt plaats. De ontwikkeling van het risicomodel is afhankelijk van de output van de onderzochte signalen. UWV verricht bureauonderzoek en belt de klant indien er vermoeden is van onterecht verblijf in het buitenland. Fysieke controlegesprekken op locatie zijn niet mogelijk vanwege de coronamaatregelen. Videobellen met klanten is nog niet toegepast in verband met risico’s voor de privacy van zowel UWV als de klant.
-
Registratie begeleiders: Om tussenpersonen – of breder, begeleiders van uitkeringsgerechtigden – beter in beeld te krijgen, registreren we iedereen die in verband met de WW meekomt naar een kantoor. In oktober 2019 is de registratie geëvalueerd. We besluiten binnenkort of en op welke manier we de registratie voortzetten. Omdat er geen face‑to‑facegesprekken op UWV‑locaties worden gehouden vanwege de coronamaatregelen, is er ook geen sprake van registratie van begeleiders.
-
Pilot Export WW: De pilot Export WW heeft gelopen tot 1 januari 2020. Uitkeringsgerechtigden die hun WW‑uitkering willen exporteren naar een andere EU‑lidstaat, de EER of Zwitserland om daar werk te zoeken, moeten volgens Europese wetgeving eerst vier weken in Nederland blijven en hier actief op zoek gaan naar werk. Pas daarna is er recht op export van de WW‑uitkering. In de pilot kregen uitkeringsgerechtigden gedurende deze vier weken intensievere face‑to‑facedienstverlening op de pilotvestigingen. De resultaten worden in juni door de raad van bestuur vastgesteld en daarna besproken met het ministerie van SZW. In principe is met het ministerie afgesproken om de beproefde werkwijze in 2020 te continueren op de voormalige pilotvestigingen, totdat er een besluit is genomen over landelijke uitrol in 2021. Tijdens de coronacrisis is de pilotwerkwijze opgeschort omdat face‑to‑facecontacten nu niet mogelijk zijn. Doordat er nog wel telefonisch contact plaatsvindt, is nog wel enige dienstverlening mogelijk en ook handhaving op zoekgedrag naar werk. Zodra de situatie het toelaat wordt er weer opgeschaald naar de gebruikelijke werkwijze en contactfrequentie.
-
Adressenbeleid: UWV werkt sinds 2019 intensiever samen met partners in het sociaal domein zoals de Landelijke Stuurgroep Interventieteams (LSI) en de Inspectie SZW. UWV heeft aansluiting gezocht bij het programma Landelijke Aanpak Adreskwaliteit (LAA), waarin gemeenten, uitvoeringsorganisaties en departementen samenwerken aan het verhogen van de kwaliteit van adresgegevens in de Basisregistratie personen (zie ook hierboven, onder het kopje Meldpunt UWV). Verder staan we niet langer zonder meer het gebruik van een correspondentieadres toe. We bezien samen met het ministerie in hoeverre ingezetenschap voorwaarde kan worden voor blijvende uitkeringsbetaling.
-
Borging maatregelen Fraude WW: In december 2019 is de stuurgroep Fraude WW opgeheven. Maatregelen worden voortaan in de lijn opgepakt en uitgevoerd. De raad van bestuur wordt voortaan tweemaandelijks geïnformeerd over de voortgang van de maatregelen. Het ministerie van SZW wordt geïnformeerd via de tertaalverslagen.