We werken aan het optimaliseren van de dienstverlening aan mensen met een WGA‑uitkering om de kans op werkhervatting te vergroten. Dit doen we op twee manieren: we werken aan het op orde brengen van de basale dienstverlening en we ontwikkelen de dienstverlening verder door.
Om de basale dienstverlening op orde te brengen vergroten we de uitvoeringscapaciteit, versterken we de sturing en control, en investeren we in het vakmanschap van onze mensen. Met de effectevaluatie willen we meer inzicht krijgen in de doelmatigheid en doeltreffendheid van de dienstverlening, zodat we deze verder kunnen doorontwikkelen.
Daarnaast blijven we ons onverminderd inspannen om de (intensieve) aanvullende dienstverlening zo doelmatig en doeltreffend mogelijk uit te voeren. Dit geldt ook voor de Wajongers met arbeidsvermogen: UWV ondersteunt hen om aan het werk te komen en te blijven. De intensieve dienstverlening voor beide groepen is maatwerk en wordt voor een belangrijk deel ingevuld met producten en diensten die we inkopen bij door ons gecontracteerde re‑integratiebedrijven. Vooral Wajongers ondersteunen we daarbij aanvullend met de inzet van voorzieningen.
Dienstverlening WIA/WGA
We bieden mensen met een WIA/WGA‑uitkering gedurende vijf jaar persoonlijke dienstverlening. We willen hen activeren om hun zelfredzaamheid te bevorderen en optimaal gebruik te maken van hun mogelijkheden.
Aanpassingen in de dienstverlening vanwege coronacrisis
Omdat mensen pas na twee jaar ziekte in aanmerking kunnen komen voor de WIA, is een eventueel effect op de instroom pas merkbaar over op z’n vroegst twee jaar. Wel zorgt de huidige coronacrisis voor een verschuiving in onze dienstverlening. Sinds half maart vindt de dienstverlening primair telefonisch en digitaal plaats. Sinds half juni bieden we weer in beperkte mate face‑to‑facedienstverlening. Daarbij geven we voorrang aan oriëntatiegesprekken met nieuwe WIA/WGA‑uitkeringsgerechtigden en vervolgens aan niet‑digivaardige WIA/WGA’ers. We merken dat bij een deel van onze WGA‑klanten angst bestaat om te participeren vanwege besmettingsgevaar en/of omdat zij behoren tot een risicogroep. Sinds half juni is ook beeldbellen beschikbaar voor klantcontacten. Dit communicatiekanaal staat nog in de kinderschoenen. We zien dat beeldbellen relatief gezien nog niet veel wordt ingezet, maar dat de voordelen ervan in bepaalde situaties wel herkend worden.
Resultaten
We hebben onze capaciteit conform onze doelstelling voor 2020 opgeschaald en voldoen ruimschoots aan de afspraken met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) over de basisdienstverlening. Gedurende de eerste acht maanden van 2020 hebben we gemiddeld 2,5 keer gesproken met mensen die sinds 2017 onze nieuwe re‑integratiedienstverlening zijn ingestroomd omdat ze het einde van de wachttijd voor de WIA hadden bereikt (de norm is 1,8 gesprek). We hebben 96% van hen (29.952 van de 31.214) minimaal 1 keer per jaar gesproken (de norm is 90%). Eind augustus 2020 boden we in totaal 61.684 WIA/WGA’ers actieve re‑integratiedienstverlening, waarvan er 94% een volledig klantprofiel en 98% een werkplan hadden. In de eerste acht maanden van 2020 zijn 11.047 nieuwe WIA/WGA’ers ingestroomd in onze re‑integratiedienstverlening. We voerden 7.943 werkoriëntatiegesprekken en stelden 8.842 (eerste) werkplannen op. We hebben in deze periode 6.469 re‑integratietrajecten ingekocht voor WIA/WGA’ers.
Effectiviteitsonderzoek WIA/WGA-dienstverlening
Er is weinig bekend over de effecten van de activerende dienstverlening aan WGA’ers. Met het effectiviteitsonderzoek willen we meer inzicht krijgen in de doelmatigheid en doeltreffendheid ervan: in hoeverre bevordert deze dienstverlening de arbeidsparticipatie van WGA’ers in regulier betaald werk en tussenstappen naar betaald werk? Daarnaast willen we inzicht krijgen in de effecten van de dienstverlening op de WIA‑uitkering (type uitkering, soort uitkering en uitkeringslasten), op (de beleving van) gezondheid en welbevinden, en op de klanttevredenheid. Voor het onderzoek delen we de WGA‑populatie onder in drie groepen: één groep ontvangt geen dienstverlening, één groep ontvangt basisdienstverlening en één groep ontvangt intensievere dienstverlening. We volgen al deze mensen gedurende drie jaar. Mensen die tot de groep behoren die geen dienstverlening ontvangt, kunnen UWV wel zelf benaderen voor dienstverlening. In elke groep moeten voor het experiment minimaal 6.000 personen instromen. Is dit aantal bereikt dan stopt de instroom in de groepen: alle mensen die vanaf dat moment de WGA instromen krijgen basisdienstverlening. Die bestaat uit werkoriëntatiegesprekken, de inkoop van re‑integratiediensten, de inzet van voorzieningen en coachcontacten. Eind augustus waren 3.963 mensen ingedeeld bij de controlegroep die geen dienstverlening ontvangt, 216 van hen hebben ons zelf verzocht om dienstverlening. De WGA‑effectevaluatie loopt door tot 2024. De resultaten zullen we gebruiken bij de doorontwikkeling van onze WIA/WGA‑dienstverlening. De eerste tussenresultaten worden opgemaakt in 2021. Omdat dit effectiviteitsonderzoek voorlopig nog doorloopt en ook re‑integratietrajecten voor arbeidsbeperkten doorgaans een lange looptijd kennen, is het lastig om in te schatten wat het effect van de coronacrisis zal zijn.
Dienstverlening Wajong
We willen zo veel mogelijk Wajongers met arbeidsvermogen aan werk helpen en aan het werk houden. Centraal in ons dienstverleningsmodel staat dat we alle Wajongers met arbeidsvermogen actueel in beeld hebben. Dat doen we onder andere door gesprekken met hen te voeren. Wajongers die al een tijdelijk of vast dienstverband hebben bij een reguliere werkgever bieden we ondersteuning om ervoor te zorgen dat ze aan het werk blijven. We zien dat sinds januari steeds meer Wajongers hun baan verliezen; de daling van het aantal werkende Wajongers is sinds half maart versterkt. Wajongers die hun baan verliezen nemen we weer in onze Wajong‑dienstverlening op, ook als ze een WW‑uitkering krijgen.
Aanpassingen in de dienstverlening vanwege coronacrisis
Werkgevers nemen Wajongers vaak (eerst) via een proefplaatsing tijdelijk in dienst. We verwachten dat als gevolg van de coronacrisis de voortgang van proefplaatsingen zal stagneren en/of dat werkgevers een verlenging zullen aanvragen. Daarom zijn de regels in overleg met het ministerie van SZW aangepast: een proefplaatsing kan na de crisisperiode makkelijker opnieuw worden gestart of worden verlengd. Verder is de verwachting dat plaatsingen minder duurzaam zullen zijn, omdat werkgevers tijdens de crisis minder snel overgaan tot een verlenging van tijdelijke contracten.
Resultaten
We hebben inmiddels minimaal 1 gesprek gevoerd met 50.350 van de 53.534 (94%) Wajongers met arbeidsvermogen die niet werken of voor wie geen re integratietraject is ingekocht. Gemiddeld hebben we in de afgelopen twaalf maanden 2,0 gesprek per Wajonger gevoerd. Tijdens die gesprekken nemen we hun actuele situatie door en bespreken we hoe wij hen desgewenst kunnen ondersteunen richting betaald werk en ook wat hun verplichtingen zijn.
Voor Wajongers met een tijdelijk dienstverband is onze dienstverlening erop gericht om zo mogelijk het dienstverband te verlengen. Mede dankzij onze inspanningen zijn in de eerste acht maanden van 2020 voor deze doelgroep 6.600 contracten verlengd. Indien contractverlenging niet mogelijk is, is de insteek om vroegtijdig (voordat de Wajonger werkloos wordt) te starten met de bemiddeling naar een nieuwe werkkring. Deze insteek geldt óók tijdens de coronacrisis. Mogelijk zullen meer Wajongers om intensievere dienstverlening vragen, omdat zij hun baan (dreigen te) verliezen.
Tot en met augustus hebben we 4.312 Wajongers aan werk kunnen helpen. Hiermee voldoen we tijdsevenredig voor 80% aan de doelstelling (8.000 plaatsingen op jaarbasis). Het aantal vacatures neemt af. We houden er daarom rekening mee dat we de beoogde 8.000 plaatsingen niet gaan halen. We verwachten dat we dit jaar circa 6.000 plaatsingen zullen realiseren.
Op verzoek van het ministerie van SZW zijn we in 2019 gestart met een verkenning van de dienstverleningsbehoefte van Wajongers die een vast dienstverband hebben bij een reguliere werkgever. Ook Wajongers die als zelfstandige werken vragen we of ze behoefte hebben aan onze dienstverlening. Eind augustus 2020 hadden we met 8.591 werkende Wajongers gesprekken gevoerd. 883van hen hebben aangegeven behoefte te hebben aan ondersteuning. Dat kan inzet van jobcoaching zijn, maar ook ondersteuning bij bemiddeling naar een andere functie. De overigen waren over het algemeen positief over het feit dat ze door UWV zijn benaderd, maar gaven aan, in ieder geval voor dit moment, tevreden te zijn met de huidige werkplek. De meerwaarde van het contact is dat zij UWV (weer) scherper op het netvlies hebben als organisatie die ze kunnen benaderen met vragen over werk en ondersteuning bij werk – wat nog relevanter zal worden nu de economische gevolgen van de coronacrisis zich steeds meer doen gelden. Inmiddels zijn de resultaten besproken met het ministerie en is besloten dat UWV de dienstverlening aan deze groep werkenden kan continueren.
Uitstroom naar werk vanuit een arbeidsongeschiktheidsuitkering
Sinds de coronacrisis is er sprake van een verslechterende arbeidsmarkt, zeker voor werkzoekenden met een beperking. In de eerste acht maanden van 2020 vonden 26% minder mensen met een arbeidsbeperking werk dan in dezelfde periode in 2019. Het aantal mensen met een WIA‑uitkering dat in de eerste acht maanden van 2020 werk vond, was 13% lager dan in de eerste acht maanden van 2019. Het aantal Wajongers dat werk heeft gevonden, is 29% lager dan in dezelfde periode in 2019. Er is geen nieuwe instroom meer van Wajongers met arbeidsvermogen. De Wajongers die nu nog niet werken, hebben vaak beperkte mogelijkheden en/of een grote afstand tot de arbeidsmarkt en zijn daardoor moeilijk plaatsbaar. Ook het aantal mensen met een Ziektewet‑uitkering en een WAO- of WAZ‑uitkering dat in deze periode een baan vond, daalde (met respectievelijk 41% en 33%). In totaal vonden in de eerste acht maanden van 2020 6.900 mensen met een arbeidsbeperking een baan. Zolang de coronamaatregelen van toepassing zijn en de arbeidsmarkt niet verbetert, is de verwachting dat deze daling zich zal voortzetten.
Tabel: Uitstroom naar werk van mensen met een arbeidsbeperking
*Eerste acht maanden 2020 | *Eerste acht maanden 2019 | |
Aantal aan werk geholpen mensen met een arbeidsbeperking | 6.929 | 9.309 |
Mensen met recht op Wajong-uitkering | 4.312 | 6.121 |
Mensen met recht op overige arbeidsongeschiktheidsuitkeringen | 2.617 | 3.188 |
Mensen met recht op WAO-/WAZ-uitkering | 109 | 166 |
Mensen met recht op WIA-uitkering | 2.224 | 2.542 |
Mensen met recht op Ziektewet-uitkering | 284 | 480 |
- * De aantallen worden op verschillende manieren berekend. Bij de Wajong tellen we alleen de mensen die een arbeidsovereenkomst van minimaal zes maanden voor minimaal twaalf uur per week hebben aanvaard. Bij de WIA, WAO en WAZ tellen we de mensen van wie de re‑integratiedienstverlening is beëindigd omdat ze voor hun resterende verdiencapaciteit werk hebben aanvaard. Voor de Ziektewet tellen we uitsluitend de mensen die na een re‑integratietraject aan het werk zijn gegaan.
In de eerste acht maanden van 2020 hebben ook nog 3.806 mensen met een WIA/WGA‑uitkering gedeeltelijk het werk hervat.
Doorkijk naar toekomstige ontwikkelingen
De maatregelen die we hebben getroffen in verband met de coronacrisis hebben nog steeds impact op onze dienstverlening aan mensen met een arbeidsbeperking. Deze bestaat nog steeds primair uit telefonische gesprekken of beeldbellen. We werken aan een gestage hervatting van de face‑to‑facedienstverlening. Hierbij geven we vooralsnog voorrang aan oriëntatiegesprekken met WIA/WGA’ers en als tweede aan gesprekken met niet‑digivaardige WIA/WGA’ers en Wajongers. Daarna volgen startgesprekken met bestaande klanten die hun baan verliezen en beoordelingen van voorzieningen waarvoor fysiek passen nodig is.
Inzet re-integratiediensten
UWV koopt voor klanten met een Ziektewet- of arbeidsongeschiktheidsuitkering re‑integratiedienstverlening in bij re‑integratiebedrijven. Het gaat om drie type re‑integratiediensten:
-
modulaire diensten
-
de dienst Werkfit maken
-
de dienst Naar werk
Modulaire diensten zijn bedoeld voor mensen met arbeidsvermogen voor wie de stap naar de dienst Werkfit maken nog te groot is en bevatten activiteiten die gericht zijn op het verhogen van de maatschappelijke participatie. Daarnaast kopen we onder de vlag van modulaire diensten begeleiding bij scholing in, bedoeld voor mensen die wel de vaardigheden en het vermogen hebben om een scholing met goed gevolg te volbrengen, maar ondersteuning nodig hebben bij zaken als studieritme en structuur aanbrengen. Sinds 1 juli 2020 maken deze diensten structureel deel uit van ons dienstverleningspakket. Naast deze re‑integratiediensten kopen we ook scholingen in en verstrekken we subsidie voor trajecten op grond van de methodiek Individuele plaatsing en steun (IPS). Deze trajecten zijn bedoeld voor klanten met ernstige psychische aandoeningen (EPA) en worden verzorgd door ggz‑instellingen.
Effecten van coronacrisis
Tot en met augustus 2020 is geen daling zichtbaar in de inkoop van re‑integratiediensten. Er is wel sprake van een daling bij de inzet van IPS‑trajecten. Deze trend was echter al zichtbaar in 2019. Een belangrijke verklaring voor de daling is dat de beschikbare capaciteit voor het verzorgen van IPS‑trajecten in toenemende mate ook wordt ingezet voor de gemeentelijke populatie met psychische aandoeningen.
Leveranciers hebben twee maanden respijt gekregen voor het indienen van re‑integratieplannen omdat klanten als gevolg van de coronacrisis mogelijk slechter bereikbaar zijn. Dit kan ook gevolgen hebben voor de tijdigheid van dienstverlening die wij hebben ingekocht bij re‑integratiebedrijven. Deze zijn daarom half maart geïnformeerd dat dienstverlening waarvan de maximale duur op korte termijn zou verstrijken, met twee maanden verlengd kan worden om (alsnog) tot het gewenste resultaat te komen. Eenzelfde coulance is ook in acht genomen bij de ggz‑instellingen voor IPS‑trajecten.
Resultaten
In de eerste acht maanden van 2020 zijn 19.935 re‑integratiediensten ingekocht. Daarnaast is er subsidie voor 339 IPS‑trajecten verstrekt. Het voor 2020 beschikbare budget is € 94,0 miljoen. De totale uitgaven voor de eerste acht maanden van 2020 waren € 55,2 miljoen (in dezelfde periode in 2019: € 57,9 miljoen). Daarmee blijven we binnen het beschikbare tijdsevenredige budget van € 62,7 miljoen.
Tabel: Ingekochte re‑integratietrajecten en verstrekte IPS-trajecten*
Eerste acht maanden 2020 | Eerste acht maanden 2019 | |
WAO | 253 | 245 |
Ziektewet | 5.460 | 5.433 |
oWajong/Wajong 2010 | 5.587 | 5.998 |
WIA | 6.469 | 6.417 |
WW (WIA/Ziektewet < 35%) | 2.166 | 566 |
Totaal ingekochte re‑integratiedienstverlening | 19.935 | 18.659 |
IPS | 339 | 450 |
Totaal | 20.274 | 19.109 |
- * Naast de in de tabel genoemde 20.274 re‑integratie- en IPS‑trajecten die we vanuit het budget van € 94,0 miljoen hebben ingekocht, hebben we 614 Ziektewet‑arbo‑interventies ingekocht.
We houden bij hoeveel re‑integratietrajecten/diensten leiden tot een plaatsing in betaalde arbeid na afronding van dat traject. In 2017 leidde 46,1% van de trajecten naar werk, in 2018 was dit 48,3%. Voor trajecten die in 2019 zijn gestart was het percentage eind augustus 2020 36,3%. Dit percentage kan nog stijgen omdat deze trajecten later dit jaar nog tot een plaatsing kunnen leiden.
Voor mensen met een arbeidsongeschiktheids- of Ziektewet‑uitkering hebben we in de eerste acht maanden van 2020 1.681 scholingen ingekocht. Er werden 1.747 scholingen afgesloten, waarvan 1.350 met diploma en 397 zonder diploma. Eind augustus liepen er nog 2.776 scholingen. Zie voor scholingen WW paragraaf Dienstverlening voor WW’ers onder het kopje Scholingsbudget WW.
Inzet voorzieningen
Mensen met een beperking hebben soms hulp of een hulpmiddel nodig om hun werk goed te kunnen doen, om onderwijs te kunnen volgen of goed te functioneren in hun dagelijks leven. Bij de hulpmiddelen kan het gaan om intermediaire voorzieningen (zoals doventolken), meeneembare voorzieningen (zoals een brailleleesregel), niet‑meeneembare voorzieningen (zoals een werkgeversvoorziening) en vervoersvoorzieningen (zoals de aanpassing van een auto). UWV verzorgt werk- en onderwijsvoorzieningen, en sinds 1 juli 2019 kunnen burgers ook bij ons terecht voor tolkvoorzieningen voor privésituaties (leefvoorzieningen). De tijdigheid van het afhandelen van aanvragen voor voorzieningen was 94% en is daarmee boven de met het ministerie van SZW afgesproken norm van 90%.
Effecten van de coronacrisis
Het aantal aanvragen voor voorzieningen is in de eerste acht maanden met 20% gedaald ten opzichte van dezelfde periode in 2019. Het aantal aanvragen voor jobcoaching vertoonde al een dalende trend, de afgelopen maanden is het aantal aanvragen hiervoor sterker gedaald. Bij de afhandeling van aanvragen lopen we in op de werkvoorraad. Het aantal toe- en afwijzingen is over de eerste acht maanden van 2020 met bijna 10% gedaald ten opzichte van vorig jaar. We handelen de aanvragen van voorzieningen digitaal en telefonisch af. Als face‑to‑facecontact nodig is – bijvoorbeeld bij de aanpassing van een auto of bij een werkplekonderzoek – kan dat sinds half juni weer, met inachtneming van de coronamaatregelen.
UWV kent voorzieningen toe voor ondersteuning op de werkplek wanneer er sprake is van een structureel functionele beperking. In verband met de coronamaatregelen en het advies om zo veel mogelijk thuis te werken, heeft UWV de afgelopen periode steeds vaker verzoeken ontvangen over voorzieningen voor de thuiswerkplek. De voorzieningen die de klant al op de werkplek heeft, kunnen soms naar de thuiswerkplek worden verplaatst. Als dit niet het geval is, kan de klant een aanvraag doen voor een voorziening voor de thuiswerkplek. Werkplekaanpassingen die niet verbonden zijn aan een beperking vallen onder de arboverantwoordelijkheid van de werkgever.
Resultaten
In de eerste acht maanden van 2020 hebben we 25.310 werkvoorzieningen ingezet voor mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering, waarvan de meeste voor Wajongers (19.215). De uitgaven voor deze voorzieningen bedroegen € 47,0 miljoen en blijven daarmee ruim binnen het beschikbare tijdsevenredige budget van € 61,3 miljoen. De uitgaven daalden met ruim 2% ten opzichte van dezelfde periode in 2019 (€ 48,1 miljoen). Dat komt vooral door lagere kosten voor zowel interne als externe jobcoaching.
Tabel: Aantal ingezette werkvoorzieningen
Eerste acht maanden 2020 | Eerste acht maanden 2019 | |
Werknemersvoorzieningen* | 23.834 | 27.171 |
Intermediaire voorzieningen | 820 | 1.733 |
Externe jobcoach | 11.068 | 12.839 |
Loondispensatie | 6.285 | 7.466 |
Meeneembare voorzieningen | 3.258 | 3.245 |
Starterskrediet | 4 | 21 |
Vervoersvoorzieningen | 2.399 | 1.867 |
Werkgeversvoorzieningen | 1.476 | 1.892 |
Interne jobcoach | 1.400 | 1.791 |
Meeneembare voorzieningen | 2 | 3 |
Pilot Generieke werkgeversvoorzieingen | 0 | n.v.t. |
Overige werkgeversvoorzieningen | 74 | 98 |
Totaal | 25.310 | 29.063 |
- * Inclusief voorzieningen voor zelfstandigen en werkzoekenden.
Per 1 juli 2019 zijn de normbedragen voor voorzieningen herijkt. Klanten die gebruikmaken van een (rolstoel)taxi als vervoersvoorziening hadden in een aantal gevallen sinds die datum niet het volledige bedrag vergoed gekregen. Inmiddels heeft deze groep een nabetaling ontvangen.
In de eerste acht maanden van 2020 hebben we in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) 3.510 onderwijsvoorzieningen toegekend. Dat zijn er minder dan in dezelfde periode in 2019 (3.599). Dit is een gevolg van de effecten van de corona‑uitbraak en de daarmee samenhangende schoolsluiting vanaf half maart.
Tabel: Uitgaven onderwijsvoorzieningen
Bedragen x € 1 mijoen | Eerste acht maanden 2020 | Eerste acht maanden 2019 |
Intermediair | 5,8 | 7,3 |
Meeneembaar | 2,1 | 2,2 |
Vervoer | 3,6 | 5,4 |
Totaal voor de klant | 11,5 | 14,9 |
Uitvoeringskosten | 1,0 | 0,9 |
Totaal | 12,5 | 15,8 |
Sinds 1 juli 2019 voert UWV in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) ook de tolkvoorzieningen in het leefdomein uit (voor deelname aan het maatschappelijk verkeer). UWV verstrekt hierdoor nu alle tolkvoorzieningen voor werk, onderwijs en leefdomein en biedt daarmee één centraal loket voor mensen met een auditieve beperking en organisaties die tolkuren willen aanvragen. We zijn in gesprek met de ministeries van VWS en SZW om te kijken in hoeverre het mogelijk is de regelgeving voor de tolkvoorziening voor de verschillende domeinen te harmoniseren. In de eerste acht maanden van 2020 hebben we 306 toekenningen aan nieuwe klanten verstrekt. Verder hebben 296 personen met een lopende voorziening een maatwerkaanvraag ingediend omdat zij meer tolkuren nodig hadden. Al deze aanvragen zijn toegekend. Aan 105 organisaties is een voorziening toegekend waarvoor € 0,7 miljoen is uitgegeven.
Inclusief uitvoeringskosten hebben we in de eerste acht maanden van 2020 € 5,9 miljoen aan tolkvoorzieningen uitgegeven. De intermediaire voorzieningen binnen het leefdomein bestaan volledig uit de tolkvoorziening. Voor de uitgaven voor de klant is een budget van € 11,5 miljoen toegekend. In de eerste acht maanden van 2020 hebben we daarvan € 5,4 miljoen uitgegeven. Dit is ruim binnen de tijdsevenredige begroting van € 7,7 miljoen. Als gevolg van de coronacrisis waren de uitgaven in april tot en met juni lager dan verwacht.
Tabel: Uitgaven voorzieningen leefdomein
Bedragen x € 1 miljoen | Eerste acht maanden 2020 | Eerste acht maanden 2019 |
Intermediaire voorzieningen | 5,4 | 1,2 |
Totaal voor de klant | 5,4 | 1,2 |
Uitvoeringskosten | 0,5 | 0,1 |
Totaal | 5,9 | 1,3 |
- * De uitgaven in 2019 voor tolkvoorzieningen leefdomein zijn gemaakt vanaf 1 juli 2019.
Technologische ontwikkelingen bieden nieuwe mogelijkheden voor werk- en onderwijsvoorzieningen (zie ook paragraaf Kennisontwikkeling, onder het kopje Weten wat werkt). Nieuwe technologische ontwikkelingen stroken vaak niet met de regel dat de voorziening altijd de goedkoopste adequate oplossing voor de persoon in kwestie moet zijn. Een eventuele technologische innovatie kan daardoor alleen als voorziening worden verstrekt als er geen goedkopere alternatieven zijn. In de pilot Generieke werkgeversvoorziening, die per 1 maart 2020 is gestart, gaan we onderzoeken of en hoe voorzieningen die gebruikmaken van nieuwe technologieën toch kunnen worden vergoed. In deze pilot kan een werkgever bij UWV subsidie aanvragen voor een werkplekaanpassing om daarmee meerdere werknemers met een vergelijkbare beperking – tegelijk of volgtijdelijk – in dienst te nemen. De werkgever zal duurzame werkgelegenheid voor ten minste drie jaar moeten aanbieden. In de pilot wordt geëxperimenteerd met het stapsgewijs loslaten van het individuele dienstverband als voorwaarde voor een werkvoorziening. Inmiddels zijn twee subsidieaanvragen van werkgevers ontvangen. Beide zijn afgewezen omdat ze niet aan de voorwaarden voor de subsidie voldeden, echter een aanvraag is in heroverweging genomen. Wegens het achterblijven van aanvragen is met het ministerie van SZW afgesproken om de periode voor subsidieaanvragen met een halfjaar te verlengen. UWV zal een communicatieplan opstellen om de pilot meer onder de aandacht van werkgevers te brengen.
Kwaliteitsverbetering bestellen re-integratietrajecten en voorzieningen
In 2019 is naar voren gekomen dat het bestellen/inkopen van re‑integratietrajecten en voorzieningen beter moet en kan. Daarom treffen we in 2020 meerdere maatregelen, waaronder verbetering van onze opdrachtgeversrol binnen het bestelkader AG en van ons leveranciersmanagement. We scholen onze medewerkers volgens het kader methodisch re‑integreren en bieden een opleiding aan gericht op de inkoop van re‑integratiedienstverlening. Verder werken we aan beleids- en procesverbeteringen bij voorzieningen. Een verbetering die al is doorgevoerd, is de extra controle die wordt verricht voordat een voorziening wordt verstrekt (het vierogenprincipe). Verder controleren we alle bestelaanvragen voor re‑integratie en scholing op juistheid, plausibiliteit en volledigheid. Deze maatregelen beogen het verhogen van de rechtmatigheid van ons handelen.