Regelgeving op het gebied van werk en inkomen is voortdurend in beweging. Er komen nieuwe wetten en regels bij en bestaande wet- en regelgeving verandert. Deze wet- en regelgeving is vaak complex, met een groot aantal ingewikkelde, vaak ICT‑gerelateerde wijzigingen.
We toetsen beleidsvoornemens in een zo vroeg mogelijk stadium op uitvoerbaarheid en geven aan waar we knelpunten voorzien. We maken afspraken met onze opdrachtgever, het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), over het tempo waarin en de wijze waarop we het nieuwe beleid voorbereiden en uitvoeren. In dit hoofdstuk geven we een overzicht van wat er in de eerste acht maanden van 2020 in werking is gezet en gerealiseerd.
Wet vereenvoudiging beslagvrije voet
Op 1 januari 2021 moet de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet in werking treden. De beslagvrije voet is het bedrag dat schuldenaren minimaal nodig hebben om van te leven en waar schuldeisers niet aan mogen komen. Dit wetsvoorstel heeft tot doel om de vaststelling van de beslagvrije voet te vereenvoudigen en te verbeteren, waardoor het bestaansminimum van de debiteur beter gegarandeerd kan worden. Onder de huidige regelgeving heeft UWV bij het berekenen van de beslagvrije voet veel gegevens nodig die de betrokkene zelf moet aanleveren. De vereenvoudiging zorgt er onder andere voor dat de berekening van de beslagvrije voet minder afhankelijk is van de gegevens die betrokkene zelf aanlevert. Dat kan dankzij het gebruik van gegevens over de leefsituatie, het belastbaar inkomen en de ontvangen toeslagen die aanwezig zijn in de Basisregistratie personen (BRP) en de polisadministratie en bij de Belastingdienst.
De wet raakt UWV op vier manieren. Ten eerste als beheerder van de polisadministratie. Daarnaast omdat deurwaarders, gemeenten en de SVB beslag kunnen leggen op door UWV betaalde uitkeringen. UWV vordert zelf ook uitkeringen die ten onrechte betaald zijn terug en we innen boetes. Tot slot werkt UWV intensief samen met de andere betrokken partijen aan de tijdige implementatie van de wet. In samenwerking met de Stichting Inlichtingenbureau wordt een rekenmodule gebouwd die beslagleggende partijen moet helpen de beslagvrije voet op de juiste wijze vast te stellen.
Door gewijzigde specificaties kost de bouw van de rekenmodule wat meer tijd dan gepland, waardoor het project een maand uitloopt. Het thuiswerken levert vooralsnog geen grote hinder op. Voor het opleiden van de medewerkers in het najaar is dat wel een uitdaging.
Wet tegemoetkomingen loondomein
In mei 2020 hebben we met de Wtl‑rekenmachine de definitieve berekeningen gemaakt voor het lage‑inkomensvoordeel (LIV, een tegemoetkoming in de loonkosten), het jeugd‑LIV en het loonkostenvoordeel (LKV). Deze berekeningen zijn succesvol vervroegd verstuurd naar de Belastingdienst die de beschikkingen en bijbehorende bijlagen heeft geprint en, twee maanden eerder dan gepland, heeft uitbetaald. De 145.120 verstuurde berekeningen hebben betrekking op 805.875 werknemers voor wie de werkgever recht heeft op een of meer tegemoetkomingen. Het totaalbedrag van de definitieve berekening is bijna € 736 miljoen, waarvan circa € 525 miljoen voor het LIV, circa € 63 miljoen voor het jeugd‑LIV en circa € 148 miljoen voor het LKV.
Wet invoering extra geboorteverlof
Met de Wet invoering extra geboorteverlof (WIEG) hebben partners per 1 juli 2020 recht op een aanvullend geboorteverlof van maximaal vijf weken, met een uitkering van 70% van het (gemaximeerde) dagloon. UWV voert deze wet uit sinds 1 juli 2020. In juli en augustus hebben we 5.653 aanvragen ontvangen. Met het verzamelbesluit SZW 2021 worden met terugwerkende kracht tot 1 juli 2020 nog enkele omissies in het dagloonbesluit gerepareerd in verband met de WIEG, in lijn met de huidige uitvoering.
Wet invoering betaald ouderschapsverlof
Het wetsvoorstel Wet invoering betaald ouderschapsverlof (Wibo) introduceert per 2 augustus 2022 een nieuwe uitkering van 50% van het (gemaximeerde) dagloon bij ouderschapsverlof van maximaal negen weken. Deze uitkering wordt verstrekt boven op de bestaande uitkeringen bij zwangerschaps- en bevallingsverlof en bij aanvullend geboorteverlof. In april 2020 hebben we een uitvoeringstoets uitgebracht op het wetsvoorstel. In juni volgde een addendum op de uitvoeringstoets over de internationale aspecten van het wetsvoorstel en over enkele aanpassingen van het wetsvoorstel die aanleiding waren voor nieuwe ramingen van de uitvoeringskosten. We verwachten in september 2020 een verzoek om een uitvoeringstoets voor de lagere regelgeving. Om de planning te kunnen halen, zal UWV uiterlijk 1 oktober 2020 van het ministerie SZW de opdracht moeten krijgen om te starten met de implementatie van het wetsvoorstel. We zullen moeten implementeren zonder onomkeerbare stappen te zetten totdat de Tweede Kamer het wetsvoorstel behandeld heeft. Dit zal naar verwachting eind 2020 gebeuren.
Wet arbeidsmarkt in balans
De Wet arbeidsmarkt in balans (Wab) is op 1 januari 2020 in werking getreden. Het doel van de Wab is om vaste contracten aantrekkelijker te maken voor werkgevers en flexkrachten meer perspectief op zekerheid te bieden. De Wab heeft geleid tot aanpassingen van diverse onderwerpen in het arbeidsrecht (zoals de cumulatiegrond, de definitie van payrollwerkgever, payrollwerknemer en ketenregeling). De sectorale WW‑premiedifferentiatie is per 1 januari 2020 vervangen door premiedifferentiatie op basis van de soort arbeidsovereenkomst. Een werkgever komt in aanmerking voor de lage premie als er sprake is van een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, waarbij geen sprake is van een oproepovereenkomst. UWV maakt de aard van het arbeidscontract sinds januari 2020 inzichtelijk via het digitale verzekeringsbericht dat alle werknemers kunnen inzien op Mijn UWV. In april is het formulier voor correctieverzoeken opgeleverd.
Verder heeft UWV de taak om de Belastingdienst na afloop van het aangiftejaar te informeren over gevallen waarin niet een lage maar een hoge premie afgedragen had moeten worden. Dit is aan de orde als een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd binnen twee maanden na aanvang toch wordt ontbonden. De levering van signalen is inmiddels gereed, de applicatie voor de uitvoerings- en beheerorganisatie volgt in januari 2021.
In januari 2020 zijn we gestart met een analyse naar de effecten van afwijkende bepalingen in individuele arbeidsovereenkomsten en cao’s op het vaststellen van opzegtermijnen, proeftijd en de toetsing van de ketenbepalingen. Op basis van deze analyse kunnen we nader adviseren of cao‑bepalingen meegenomen kunnen worden bij het beoordelen van de aanvragen voor een uitkering. De uitkomsten van dit onderzoek zijn inmiddels besproken met het ministerie van SZW. Het ministerie heeft in vervolg op dit overleg een set van vragen aan UWV voorgelegd. We werken op dit moment aan de beantwoording hiervan.
Regeling compensatie transitievergoeding
De Regeling compensatie transitievergoeding kent twee regelingen. Ten eerste kunnen werkgevers sinds 1 april 2020 compensatie vragen voor de aan langdurig arbeidsongeschikte werknemers betaalde transitievergoedingen. UWV voert deze regeling uit. De regeling kent een terugwerkende kracht voor transitievergoedingen die sinds 1 juli 2015 zijn betaald aan langdurig zieke werknemers. Tussen 1 april en eind augustus 2020 zijn 22.200 transitievergoedingen toegekend. De tweede regeling geldt in situaties waarin er sprake is van ziekte, arbeidsongeschiktheid of overlijden van de werkgever. Die regeling moet op 1 januari 2021 in werking treden. UWV werkt momenteel aan de implementatie daarvan. UWV en het ministerie van SZW hebben afgesproken dat UWV in alle gevallen van bedrijfsbeëindiging wegens ziekte van de werkgever (ongeveer 600 gevallen per jaar) een plausibiliteitstoets uitvoert. Voor de gevallen die deze plausibiliteitstoets niet doorstaan (ongeveer 10), huurt UWV een gecertificeerde arbodienst in. De arboarts kijkt vervolgens opnieuw naar de beoordeling.
Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten
De Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten regelt dat werkgevers uit zowel de private als publieke sector gezamenlijk 125.000 banen creëren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Daarnaast bepaalt de wet dat er, wanneer deze afspraak niet wordt gerealiseerd, een quotumheffing wordt opgelegd. De wet is per 3 december 2019 aangepast: de uitvoering van de quotumheffing is opgeschort tot 2022. Eind 2019/begin 2020 is met het ministerie van SZW en de Belastingdienst diverse malen overlegd over de opzet van een vereenvoudigde quotumregeling. Deze moet per 2022 in werking treden. Eind februari heeft UWV het verzoek voor een uitvoeringstoets op de regeling ontvangen van het ministerie van SZW. Deze toets is 2 juni 2020 uitgebracht. Vanwege vertraging bij de Belastingdienst door de coronacrisis wachten we op dit moment nog op een reactie van het ministerie van SZW. De wet kan daarom ook nog niet ingediend worden. De wijzigingen in de doelgroepverklaring LKV‑banenafspraak – om vanaf 2022 de werkgever het LKV te laten aanvragen – worden daarom in een nota van wijziging op de Wet tot Uitvoeren breed offensief geregeld. De parlementaire behandeling hiervan start naar verwachting in september.
Wet vereenvoudiging Wajong
Het doel van het wetsvoorstel Wet vereenvoudiging Wajong is het wegnemen van belemmeringen om de participatie van mensen met een Wajong‑uitkering op de arbeidsmarkt te activeren. Een tweede doel is het vereenvoudigen en harmoniseren van de verschillende regelingen (oude Wajong, Wajong 2010 en Wajong 2015), om zo het geheel eenvoudiger en overzichtelijker te maken. UWV heeft in 2019 en 2020 via meerdere uitvoeringstoetsen de consequenties in kaart gebracht voor de uitvoering van de Wet vereenvoudiging Wajong. We hebben bij de implementatie de wens van de Eerste Kamer ingewilligd om de maatregelen omtrent het schrappen van de studieregeling in de Wajong 2010 en de uitsluitingsgrond voor studeren in de Wajong 2015 per 1 september 2020 in werking te laten treden. Concreet betekent dit dat Wajongers die vanaf 1 september 2020 studeren of gaan studeren een volledige uitkering ontvangen en niet meer worden gekort. Daarnaast kunnen jonggehandicapten zonder arbeidsvermogen die aan de voorwaarden voldoen al tijdens hun studie in aanmerking komen voor een Wajong‑uitkering of onderwijs gaan volgen. Alle andere maatregelen, inclusief de nieuwe rekenregels voor inkomensondersteuning, gaan in op 1 januari 2021. Dit betekent dat het uiteindelijke effect op het bruto-inkomen van de werkende mensen met een Wajong‑uitkering in 2021 merkbaar is. Tijdens het parlementaire proces zijn er diverse wijzigingen in het wetsvoorstel Wet vereenvoudiging Wajong aangebracht. Deze wijzigingen hebben het wetsvoorstel nog een stuk ingewikkelder gemaakt. Dat maakt het niet alleen lastiger om de wet uit te voeren, maar ook moeilijker om deze te begrijpen. We verwachten daarom veel vragen vanuit deze kwetsbare doelgroep over de nieuwe regels en zien het risico dat niet alle regels even helder en begrijpelijk uit te leggen zijn. Met het programma Vereenvoudiging Wajong implementeren we de wijzigingen in systemen, processen en werkwijzen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het wetsvoorstel en de daarbij behorende lagere regelgeving. Het programma zorgt ook voor de communicatie naar onze klanten en externe stakeholders.
Loondoorbetaling bij ziekte
Het ministerie van SZW heeft eind april 2020 een conceptwetsvoorstel Maatregelen loondoorbetaling bij ziekte en WIA ter advisering voorgelegd aan de Raad van State. Hierin wordt geregeld dat UWV zich bij het verrichten van de toets op de re‑integratie‑inspanningen (RIV‑toets) van een werkgever en diens zieke werknemer moet baseren op het advies van de bedrijfsarts over de belastbaarheid van de zieke werknemer. De overige twee onderdelen uit het oorspronkelijke conceptwetsvoorstel zijn ingetrokken (premievermindering voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds en gedurende vijf jaar geen herbeoordeling van een WIA‑gerechtigde wegens het verkrijgen van inkomsten).
In de uitvoeringstoets op het oorspronkelijke conceptwetsvoorstel van augustus 2019 is bij het onderdeel RIV‑toets als noodzakelijke voorwaarde opgenomen dat UWV op uiterlijk 1 juli 2020 inzichtelijk moest hebben op welke wijze de bedrijfsarts tot zijn advies over de belastbaarheid komt. Het is aan het ministerie om uitwerking te geven aan deze voorwaarde. Dit heeft onderzoekers een opdracht verstrekt om inzichtelijk te maken hoe bedrijfsartsen tot hun adviezen komen, op grond van uniforme definities en referentiewaarden. Inmiddels is duidelijk geworden dat er in december 2020 een nieuw instrument wordt opgeleverd. Dit instrument, het Inzetbaarheidsprofiel 2.0, bestaat uit een set van definities van beoordelingspunten en referentiewaarden. De bijbehorende leidraad met werk- en procesafspraken volgt in mei 2021. UWV heeft bij het ministerie aangegeven dat het wetsvoorstel vier maanden na oplevering van het instrument en de leidraad uitvoerbaar is – dus per 1 september 2021.
Wet arbeid vreemdelingen
We hebben in de eerste twee maanden van 2020 een uitvoeringstoets gedaan op de herziening van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav) en het conceptontwerpbesluit tot herziening van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen (BuWav 2021). De herziening van de Wav is het gevolg van afspraken die in het regeerakkoord zijn gemaakt. Onder andere de geldigheidsduur van tewerkstellingsvergunningen wijzigt: ze kunnen weer voor drie jaar worden afgegeven in plaats van voor de huidige duur van één jaar. De beoogde ingangsdatum is 1 januari 2021.
Digitale overheid
In het regeerakkoord is een aantal generieke maatregelen geformuleerd voor de vernieuwing van het openbaar bestuur en de ICT‑dienstverlening. Deze maatregelen hebben betrekking op de digitalisering binnen de overheid en vallen onder verantwoordelijkheid van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). De Wet open overheid maakt deel uit van dit maatregelenpakket. UWV heeft begin 2019 een uitvoeringstoets gedaan. Momenteel zijn we in afwachting van een volgende versie van dit wetsvoorstel.
Daarnaast loopt er nog een aantal overheidsbrede wetstrajecten via het ministerie van BZK:
-
Voor de modernisering van de Basisregistratie personen (BRP) participeerde UWV in 2019 in het traject van het ministerie van BZK waarin breed wordt nagedacht over een toekomstige registratie van persoonsgegevens. Daarnaast leverde UWV onder andere via het programma Toekomst gegevensuitwisseling werk en inkomen (TWI) een bijdrage aan de visie op de Regie op Gegevens van hetzelfde ministerie. Beide trajecten lopen dit en volgende jaren door. UWV heeft op verzoek van BZK zitting genomen in de programmaraad van de Modernisering BRP. UWV continueert participatie in de stuurgroep van het Programma TWI.
-
De Wet digitale overheid beoogt onder meer om generieke regels op te stellen voor veilig en betrouwbaar inloggen bij overheidsorganisaties voor burgers en bedrijven en verplicht enkele open standaarden via lagere regelgeving. Ook zal de wet de erkenning regelen van (private) aanbieders van middelen en diensten voor identificatie en authenticatie. UWV is in 2019 gestart met het toetsen van lagere regelgeving voor deze wet. Dit loopt door in 2020. In het eerste tertaal is een uitvoeringstoets opgeleverd voor de eerste drie onderdelen van het wetsvoorstel. De beoogde ingangsdatum van de wet is opgeschoven als gevolg van de coronacrisis. De Tweede Kamer heeft het wetsvoorstel op 18 februari 2020 aangenomen, maar behandeling in de Eerste Kamer is vooralsnog opgeschort. Het is nog niet volledig duidelijk wat de nieuwe ingangsdatum wordt: de Tweede en Eerste Kamer moeten nog een aantal algemene maatregelen van bestuur (AMvB’s) beoordelen die voor de volledige behandeling van het wetsvoorstel van belang zijn. UWV zet intussen zelf al wel in op het verhogen van de beveiligingsniveaus op de eigen portalen. Dat doen we via eHerkenning voor werkgevers en via DigiD betrouwbaarheidsniveau Midden (en DigiD Machtigen) voor burgers. Door de gefaseerde totstandkoming van lagere regelgeving is voor UWV op het gebied van implementatie van de wet nog veel onduidelijk en onzeker.
-
De Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer (Wmebv) betreft een aanpassing op de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en geeft burgers en bedrijven onder andere recht op digitale dienstverlening. De wet ligt momenteel ter behandeling voor in de Tweede Kamer. UWV is al gestart met voorbereidende werkzaamheden voor implementatie van de wet. Naar verwachting heeft het voorstel een grote impact op UWV. In het tweede tertaal heeft de raad van bestuur ingestemd met het projectplan.
STAP-regeling
UWV heeft de opdracht gekregen om de subsidieregeling Stimulering arbeidsmarktpositie (STAP) uit te voeren (zie ook paragraaf Dienstverlening voor WW’ers, onder het kopje Scholing voor iedereen). Begin 2020 is gestart met de eerste fase van het project: analyse en ontwerp. Er is onder andere een projectplan opgeleverd en er is een procesontwerp gemaakt van de primaire en ondersteunende processen. Deze fase is medio 2020 afgerond. Vervolgens is begonnen aan fase twee: verwerving en realisatie. Er worden parallel twee aanbestedingen uitgevoerd: voor de STAP‑applicatie en voor een e‑facturatiebroker. De STAP‑applicatie is nodig voor ondersteuning van het aanvraagproces en ondersteunende services; de e‑facturatie broker is nodig om betalingen aan opleiders te kunnen doen. We verwachten dat beide trajecten eind 2020, begin 2021 zijn afgerond. Er is inmiddels een kwartiermaker benoemd die de uitvoering van de STAP‑regeling gaat vormgeven. Om op 1 januari 2022 klaar te zijn voor de uitvoering van de regeling moet er nog wel wat gebeuren. Op een aantal kritieke punten in het proces zijn we afhankelijk van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en DUO, zoals voor het scholingsregister. Om de beoogde datum te halen, is het noodzakelijk dat het ministerie van SZW ons helpt om deze afhankelijkheden te managen.