Ga naar website navigation Ga naar artikel navigatie Ga naar inhoud

Uitkeringsvolumes, ontwikkelingen per wet

Uitkeringsvolumes op totaalniveau, niet-afgeronde cijfers

In de eerste acht maanden van 2020 kenden we 685.853 nieuwe uitkeringen toe, 19% meer dan in dezelfde periode in 2019.

Tabel: Nieuwe uitkeringen

 

Eerste acht maanden 2020

Eerste acht maanden 2019

% +/-

WW

 

334.227

 

229.047

46%

Arbeidsongeschiktheidswetten

 

36.601

 

33.773

8%

WIA

 

32.061

 

29.378

9%

WGA

24.219

 

21.574

 

12%

IVA

7.842

 

7.804

 

0%

WAO

 

364

 

372

-2%

WAZ

 

29

 

32

-9%

Wajong

 

4.147

 

3.991

4%

oWajong

658

 

683

 

-4%

Wajong 2010

929

 

878

 

6%

Wajong 2015

2.560

 

2.430

 

5%

Ziektewet

 

212.812

 

195.852

9%

Wazo (incl. ZEZ)

 

102.213

 

115.927

-12%

      

Totaal

 

685.853

 

574.599

19%

We beëindigden 642.045 uitkeringen, 9% meer dan in dezelfde periode in 2019.

Tabel: Beëindigde uitkeringen

 

Eerste acht maanden 2020

Eerste acht maanden 2019

% +/-

WW

 

266.020

 

255.204

4%

Arbeidsongeschiktheidswetten

 

38.452

 

26.511

45%

WIA

 

17.587

 

11.820

49%

WGA

9.089

 

6.643

 

37%

IVA

8.498

 

5.177

 

64%

WAO

 

14.908

 

9.757

53%

WAZ

 

900

 

609

48%

Wajong

 

5.057

 

4.325

17%

oWajong

3.589

 

2.721

 

32%

Wajong 2010

1.330

 

1.457

 

-9%

Wajong 2015

138

 

147

 

-6%

Ziektewet

 

237.986

 

217.310

10%

Wazo (incl. ZEZ)

 

99.587

 

90.917

10%

      

Totaal

 

642.045

 

589.942

9%

Eind augustus 2020 ontvingen 1.261.801 mensen gedurende kortere of langere tijd een uitkering van ons. We keerden in de eerste acht maanden van 2020 een bedrag van in totaal € 13,8 miljard uit.

Tabel: Lopende uitkeringen

 

Eerste acht maanden 2020

Eerste acht maanden 2019

% +/-

WW

 

291.660

 

236.592

23%

Arbeidsongeschiktheidswetten

 

815.637

 

819.115

0%

WIA

 

341.478

 

319.910

7%

WGA

207.428

 

195.215

 

6%

IVA

134.050

 

124.695

 

8%

WAO

 

221.960

 

244.149

-9%

WAZ

 

8.854

 

10.224

-13%

Wajong

 

243.345

 

244.832

-1%

oWajong

165.260

 

169.544

 

-3%

Wajong 2010

63.237

 

63.870

 

-1%

Wajong 2015

14.848

 

11.418

 

30%

Ziektewet (gemiddeld)

 

108.617

 

95.326

14%

Wazo (incl. ZEZ)

 

45.887

 

40.184

14%

      

Totaal

 

1.261.801

 

1.191.217

6%

Ontwikkeling WW

De instroom in de WW nam de afgelopen jaren flink af, mede dankzij de gunstige situatie op de arbeidsmarkt. Aan die daling is inmiddels mede onder invloed van de coronacrisis een einde gekomen. Ondanks het dempende effect van de NOW‑regelingen namen we veel meer beslissingen over het recht op een WW‑uitkering dan in de eerste acht maanden van 2019: 444.600 tegenover 278.700. We kenden 334.200 nieuwe WW‑uitkeringen toe, 46% meer dan in de eerste acht maanden van 2019 (229.000). We verwachten dat de instroom in de rest van 2020 verder toe zal nemen. Het aantal beëindigde uitkeringen was met 266.000 4% hoger dan in de eerste acht maanden van 2019 (255.200). Het aantal lopende WW‑uitkeringen is ook aanzienlijk gestegen, omdat er veel meer uitkeringen worden toegekend dan dat er uitkeringen worden beëindigd. Eind augustus 2020 waren er 291.700 lopende WW‑uitkeringen, 31% meer dan eind 2019.

Tabel: Volumeontwikkeling WW

 

Instroom

Uitstroom

Lopend

2003

418.700

343.000

280.300

2004

426.200

383.600

321.700

2005

376.400

392.100

306.700

2006

311.100

369.800

249.200

2007

253.000

311.200

192.000

2008

242.100

262.800

170.800

2009

427.600

328.600

269.900

2010

414.600

420.800

263.700

2011

414.000

407.900

269.900

2012

502.500

432.200

340.200

2013

613.200

515.700

437.700

2014

605.200

602.000

440.800

2015

583.700

578.700

445.900

2016

491.000

524.900

412.000

2017

390.200

472.200

330.000

2018

335.500

402.700

262.700

2019

330.000

369.300

223.500

2020 eerste acht maanden

334.200

266.000

291.700

De Wet werk en zekerheid (Wwz) beoogt om het voor WW’ers aantrekkelijker te maken om een baan te accepteren met een lager loon dan het loon dat zij voor aanvang van de werkloosheid verdienden. Het verschil wordt dan aangevuld vanuit de WW. Eind augustus 2020 waren er 61.500 mensen aan het werk met een aanvulling vanuit de WW.

Ontwikkeling WIA

De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) bestaat uit twee regelingen: de regeling Inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten (IVA) en de regeling Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA). Een IVA‑uitkering is voor mensen die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn en daardoor niet meer kunnen werken. Een klant krijgt een WGA‑uitkering als hij nog gedeeltelijk kan werken of als hij tijdelijk niet kan werken, maar dat binnen afzienbare termijn wel weer zal kunnen.

Tabel: Volumeontwikkeling WIA

 

Instroom

Uitstroom

Lopend

2006

21.000

2.000

*19.100

2007

22.300

3.000

38.400

2008

24.900

4.100

59.400

2009

29.300

6.000

82.800

2010

35.600

8.500

110.100

2011

37.900

9.800

138.400

2012

33.900

10.800

161.700

2013

37.100

12.700

186.500

2014

36.900

14.100

209.600

2015

35.800

16.100

229.600

2016

40.000

16.600

253.300

2017

41.700

18.400

277.000

2018

43.400

18.800

302.500

2019

45.800

19.900

328.000

2020 eerste acht maanden

32.100

17.600

341.500

  • * Omdat er eind 2005 al sprake was van een klein aantal WIA‑uitkeringen, correspondeert het lopende bestand eind 2006 niet met de instroom en uitstroom dat jaar.

Het aantal lopende WIA‑uitkeringen is in de eerste acht maanden van 2020 ten opzichte van eind 2019 verder gestegen met 13.500 (6.900 WGA‑uitkeringen en 6.600 IVA‑uitkeringen) tot in totaal 341.500. Dat is een stijging met 4%. Dat het aantal WIA‑uitkeringen nog steeds stijgt, is volgens verwachting. De WIA is als wet nog steeds in opbouw. Andersom neemt het aantal lopende uitkeringen voor de WAO, de voorloper van de WIA, in vrijwel hetzelfde tempo af.

In de eerste acht maanden van 2020 hebben we 32.100 nieuwe WIA‑uitkeringen verstrekt: 24.200 WGA‑uitkeringen en 7.900 IVA‑uitkeringen. De instroom is veel hoger dan de uitstroom. We zien de laatste jaren dat de instroom van 60‑plussers toeneemt. Deze ontwikkeling zal de komende jaren doorzetten. Dit is het gevolg van de verhoging van de pensioenleeftijd.

Er stromen nog relatief weinig mensen uit de WIA (17.600). Doordat de WIA naar verhouding nog niet zo lang bestaat, bereiken relatief weinig mensen in de WIA nu al de pensioengerechtigde leeftijd. De komende twee decennia zal de uitstroom gestaag toenemen. Pas na 2040 zal het aantal lopende uitkeringen vermoedelijk stabiliseren.

Ontwikkeling WAO

De Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) is de voorloper van de WIA.

Tabel: Volumeontwikkeling WAO

 

Instroom

Uitstroom

Lopend

2003

66.300

83.200

785.600

2004

59.200

78.900

765.800

2005

19.900

82.300

703.100

2006

11.000

75.000

639.000

2007

11.700

54.700

596.000

2008

8.200

46.100

558.100

2009

5.600

42.000

521.700

2010

4.300

39.700

486.300

2011

3.100

45.500

443.900

2012

2.200

39.900

406.200

2013

1.000

34.500

373.100

2014

1.000

31.200

343.000

2015

900

28.800

315.100

2016

700

22.800

293.000

2017

700

21.000

272.500

2018

700

20.100

253.600

2019

600

17.600

236.500

2020 eerste acht maanden

400

14.900

222.000

Het totaalaantal WAO‑uitkeringen is in de eerste acht maanden van 2020 gedaald tot 222.000. Dat is een daling met 7%. De meeste mensen met een WAO‑uitkering zijn 45 jaar of ouder. De totale uitstroom was met 14.900 veel hoger dan in de eerste acht maanden van 2019 (9.800). Dit komt omdat er vorig jaar als gevolg van de verhoging van de AOW‑leeftijd met vier maanden geen beëindigingen wegens pensionering waren. Doordat de pensioenleeftijd in 2020 niet is verhoogd, was er in de eerste acht maanden van 2020 wel weer sprake van een aanzienlijk aantal beëindigingen wegens pensionering (12.500).

De instroom in de WAO bestaat alleen nog uit klanten van wie het recht op een uitkering al van vóór 2006 dateert, dat wil zeggen vóór de invoering van de WIA. We hebben bijna 400 WAO‑uitkeringen toegekend in de eerste acht maanden van 2020.

Ontwikkeling Wajong

De Wajong is er voor mensen die al vóór hun 17e jaar arbeidsongeschikt waren, of dat tijdens de opleiding/studie werden. Het aantal klanten met een Wajong‑uitkering is jarenlang toegenomen, maar daalt sinds 2015 licht. Tot en met 2009 gold de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (de oude Wajong of oWajong). Op 1 januari 2010 werd de nieuwe Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (de nieuwe Wajong, nWajong of Wajong 2010) van kracht. Bij deze wet lag de nadruk op het arbeidsvermogen van Wajongers. Sinds 1 januari 2015 geldt de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong 2015). Deze wet is alleen nog toegankelijk voor jonggehandicapten die volledig en duurzaam geen arbeidsvermogen hebben. Hiermee wordt bedoeld dat zij door hun ziekte of handicap niet over arbeidsvermogen beschikken en dit ook nooit kunnen ontwikkelen. Hierdoor is het aantal nieuwe Wajong‑uitkeringen sinds 2015 veel lager dan daarvoor.

Tabel: Volumeontwikkeling Wajong

 

Instroom

Uitstroom

Lopend

2003

8.200

4.400

138.500

2004

9.400

4.900

142.600

2005

10.400

5.600

147.200

2006

13.600

4.900

155.900

2007

15.300

4.400

166.800

2008

16.100

4.300

178.600

2009

17.600

4.300

192.000

2010

17.800

4.600

205.100

2011

16.300

5.200

216.200

2012

15.300

5.100

226.500

2013

17.700

5.500

238.700

2014

17.400

5.700

250.600

2015

4.500

6.400

248.800

2016

4.200

6.100

247.100

2017

4.700

6.100

245.800

2018

5.200

6.500

245.100

2019

5.800

6.800

244.200

2020 eerste acht maanden

4.100

5.100

243.300

In de eerste acht maanden van 2020 is het totaalaantal nieuwe Wajong‑uitkeringen echter 4% hoger dan in de eerste acht maanden van 2019. Het aantal lopende Wajong 2015‑uitkeringen is in de eerste acht maanden van 2020 ten opzichte van eind 2019 met 2.400 gestegen. Daartegenover staat een iets grotere daling van 3.300 van het aantal uitkeringen op grond van de oude Wajong en de Wajong 2010. Hierdoor blijft het totale aantal Wajong‑uitkeringen licht dalen.

In de eerste acht maanden van 2020 kenden we 2.600 nieuwe uitkeringen voor de Wajong 2015 toe en beëindigden we er 138. Eind augustus 2020 waren er 14.800 lopende Wajong 2015‑uitkeringen.

Het aantal mensen met een oWajong‑uitkering is gedaald tot 165.300 per eind augustus 2020. Er werden in de eerste acht maanden van 2020 bijna 700 oWajong‑uitkeringen toegekend en 3.600 oWajong‑uitkeringen beëindigd.

De instroom in de Wajong 2010 bedroeg in de eerste acht maanden van 2020 900. Eind augustus 2020 waren er 63.200 mensen met een uitkering op grond van de Wajong 2010. Van ruim 1.300 mensen met een Wajong 2010‑uitkering werd de uitkering beëindigd.

Ontwikkeling WAZ

De Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) geeft recht op een uitkering op minimumniveau als een zelfstandige langdurig arbeidsongeschikt is.

Tabel: Volumeontwikkeling WAZ

 

Instroom

Uitstroom

Lopend

2003

6.900

7.200

55.900

2004

6.200

6.600

55.500

2005

4.700

6.900

53.400

2006

1.200

7.300

47.300

2007

1.200

5.500

43.000

2008

600

4.900

38.700

2009

300

4.700

34.300

2010

200

4.000

30.400

2011

200

4.600

26.000

2012

200

3.700

22.500

2013

100

3.100

19.600

2014

100

2.500

17.200

2015

100

2.100

15.100

2016

100

1.600

13.500

2017

100

1.500

12.000

2018

26

1.300

10.800

2019

49

1.100

9.700

2020 eerste acht maanden

29

900

8.900

Het aantal mensen met een WAZ‑uitkering is in de eerste acht maanden van 2020 met 800 verder gedaald tot 8.900. Dit komt doordat per 1 augustus 2005 de toegang tot de WAZ is gesloten; er komen vrijwel geen nieuwe klanten meer bij.

De instroom die nog plaatsvindt, is een gevolg van overloop uit andere wetten en herleving van oude rechten. In de eerste acht maanden van 2020 werden 29 nieuwe WAZ‑uitkeringen toegekend. Het overgrote deel van alle klanten met een WAZ‑uitkering is 55 jaar of ouder.

Ontwikkeling toekenningen Ziektewet

Het vangnet van de Ziektewet is onder meer bedoeld voor zieke werklozen en zieke uitzendkrachten. Zij hebben geen werkgever die voor hun verzuimbegeleiding en re‑integratie verantwoordelijk is. UWV begeleidt deze mensen op sociaal‑medisch gebied, zoals de werkgever en de arbodienst dat doen voor de werknemers van reguliere werkgevers.

Tabel: Volumeontwikkeling Ziektewet

 

Uitzendkrachten

Werklozen

Zwangere vrouwen

Overigen

Totaal

2007

183.900

32.800

65.500

58.500

340.700

2008

170.100

20.600

68.900

67.600

327.200

2009

122.300

22.000

70.100

78.800

293.200

2010

96.300

28.600

77.500

78.800

281.200

2011

87.400

28.400

77.000

80.600

273.400

2012

72.800

29.800

77.000

80.800

260.400

2013

23.100

32.300

73.600

81.600

210.600

2014

17.000

39.200

72.800

73.500

202.500

2015

18.600

39.400

69.500

76.700

204.200

2016*

24.100

41.500

75.800

94.600

236.000

2017

26.200

38.800

75.600

111.100

251.700

2018

34.600

34.600

76.600

136.800

282.600

2019

42.900

31.600

79.100

144.400

298.000

2020 eerste acht maanden

48.600

22.600

51.700

89.900

212.800

  • * Als gevolg van een verbeterde rekenmethode zijn deze cijfers bijgesteld.

In de eerste acht maanden van 2020 zijn 9% meer Ziektewet‑uitkeringen toegekend dan in de eerste acht maanden van 2019: 212.800 tegenover 195.900. Dit komt onder meer doordat een aantal grote eigenrisicodragende uitzendbureaus onder invloed van de Wet arbeidsmarkt in balans (Wab) per 1 januari 2020 is teruggekeerd naar het publieke stelsel. Het aantal ziekmeldingen van uitzendkrachten steeg met 77%. Het aantal uitkeringen aan werknemers die ziek zijn aan het einde van hun (tijdelijke) contract en/of dienstverband (eindedienstverbanders) nam met 14% af.

De meeste Ziektewet‑uitkeringen werden toegekend aan alle flexwerkers tezamen (34,1%), aan mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering die werken en in aanmerking komen voor de zogenoemde no‑riskpolis (28,8%) en aan zwangere vrouwen die voor of tijdens hun zwangerschapsverlof ziek werden (24,3%). Verder ging het om zieke WW’ers (10,6%), vrijwillig verzekerden (2,1%) en zieken die in overige categorieën vallen (0,1%).

Uitstroom uit de Ziektewet

In de eerste acht maanden van 2020 werden 9,5% meer Ziektewet‑uitkeringen beëindigd dan in de eerste acht maanden van 2019: 238.000 tegenover 217.300. De tabel toont het aandeel van de verschillende vangnetcategorieën binnen de uitstroom uit de Ziektewet.

Tabel: Uitstroom uit Ziektewet naar vangnetcategorieën

 

Eerste acht maanden 2020

Eerste acht maanden 2019

Zwangerschap

47.900

51.000

Uitzendkrachten

65.500

32.600

Flex overig (stagiairs, oproepkrachten, overige bijzondere dienstverbanden)

5.900

12.400

Ontslag (einde dienstverband)

19.100

24.500

Zieke werklozen

34.900

38.800

No-riskpolis

60.000

54.000

Vrijwillig verzekerden

4.400

3.600

Overig

300

400

   

Totaal

238.000

217.300

Ontwikkeling Wazo

De Wet arbeid en zorg (Wazo) regelt dat vrouwen een uitkering van minimaal 16 weken krijgen tijdens en na hun zwangerschap. Verder regelt de Wazo onder andere verlof en uitkering bij adoptie en pleegzorg. Het aantal mensen met een Wazo‑uitkering was eind augustus 2020 met 45.900 5% hoger dan eind 2019 (43.600). Deze aantallen zijn inclusief de uitkeringen wegens zwangerschapsverlof voor vrouwen die als zelfstandige werken, volgens de Zelfstandige en Zwanger‑regeling (ZEZ).

Tabel: Volumeontwikkeling Wazo

 

Toekenningen

Beëindigingen

Lopend

2004

137.500

125.900

42.700

2005

119.100

115.300

39.800

2006

146.000

139.000

41.000

2007

129.000

134.000

42.000

2008

137.000

136.000

43.000

2009

139.900

138.400

43.100

2010

138.400

139.500

42.700

2011

137.400

144.200

42.700

2012

135.100

141.000

41.900

2013

134.000

133.000

40.000

2014*

140.000

143.000

44.000

2015*

138.200

139.600

42.400

2016*

140.700

141.200

43.000

2017*

140.700

135.000

42.300

2018*

142.600

140.500

43.200

2019*

161.600

142.200

43.600

2020 eerste acht maanden*

102.200

99.600

45.900

  • * Met ingang van 2014 worden ook de ZEZ‑uitkeringen meegerekend.

In de eerste acht maanden van 2020 hebben we 102.200 nieuwe Wazo‑uitkeringen toegekend. Dit aantal is veel lager (12%) dan in dezelfde periode in 2019, doordat er toen circa 17.600 eenmalige uitkeringen zijn verstrekt in verband met de Compensatieregeling ZEZ. Zelfstandigen die tussen 7 mei 2005 en 7 juni 2008 zijn bevallen, konden een compensatie aanvragen bij UWV omdat zij in de genoemde periode niet in aanmerking kwamen voor een zwangerschaps- en bevallingsuitkering.

We kenden 89.800 uitkeringen toe in verband met zwangerschaps- en bevallingsverlof van werkneemsters, vrijwel evenveel als in de eerste acht maanden van 2019 (89.900). Er zijn ruim 400 uitkeringen wegens pleegzorg- of adoptieverlof toegekend, minder dan de 600 in de eerste acht maanden van 2019. Op basis van de ZEZ zijn er 8.300 uitkeringen toegekend wegens zwangerschaps- en bevallingsverlof voor vrouwen die als zelfstandige werken. Dat zijn er iets meer dan de ‘normale’ uitkeringen die aan deze groep werden verstrekt in de eerste acht maanden van 2019 (7.900). Daarnaast kenden we 3.700 uitkeringen toe op basis van de Wet invoering extra geboorteverlof (WIEG).