Ga naar website navigation Ga naar artikel navigatie Ga naar inhoud

Uitkeringsvolumes, ontwikkelingen per wet

Ontwikkeling WW

Eind december 2019 waren er 223.500 lopende WW‑uitkeringen. Achter dit cijfer gaat een grote dynamiek schuil. Het merendeel van de mensen blijft kort in de WW. 58% van de beëindigde uitkeringen had een duur van minder dan zes maanden. De instroom in de WW nam de afgelopen jaren flink af, mede dankzij de gunstige situatie op de arbeidsmarkt. Aan die daling lijkt inmiddels een einde gekomen. Het aantal nieuwe uitkeringen daalde in 2019 nog wel met 1,7% in vergelijking met een jaar geleden, maar de afname is een stuk lager dan voorheen. We verwachten dat de instroom in 2020 weer toe zal nemen, omdat de economie minder hard groeit. Het aantal lopende WW‑uitkeringen daalt nog steeds, omdat er meer uitkeringen worden beëindigd dan dat er nieuwe uitkeringen worden toegekend.

In verband met de verwachte volumeontwikkelingen hebben we het aantal uitkeringsdeskundigen opgeschaald van 1.128 fte’s per begin 2019 naar 1.320 fte’s per eind 2019. Het bedrag dat we aan WW‑uitkeringen uitbetaalden, daalde. Dit bedrag was in 2019 met € 3.643 miljoen 11% lager dan in 2018 (€ 4.090 miljoen). Beide bedragen zijn inclusief de verantwoorde lasten in verband met de Tijdelijke regeling tegemoetkoming Dagloonbesluit werknemersverzekeringen.

Tabel: Volumeontwikkeling WW

x 1.000

Instroom

Uitstroom

Lopend

2003

418.700

343.000

280.300

2004

426.200

383.600

321.700

2005

376.400

392.100

306.700

2006

311.100

369.800

249.200

2007

253.000

311.200

192.000

2008

242.100

262.800

170.800

2009

427.600

328.600

269.900

2010

414.600

420.800

263.700

2011

414.000

407.900

269.900

2012

502.500

432.200

340.200

2013

613.200

515.700

437.700

2014

605.200

602.000

440.800

2015

583.700

578.700

445.900

2016

491.000

524.900

412.000

2017

390.200

472.200

330.000

2018

335.500

402.700

262.700

2019

330.000

369.300

223.500

We namen iets minder beslissingen over het recht op een WW‑uitkering dan in 2018: 737.100 tegenover 740.500. We kenden 330.000 nieuwe WW‑uitkeringen toe, 2% minder dan in 2018 (335.500). Het aantal beëindigde uitkeringen was met 369,300 8% lager dan in 2018 (402.700).

De Wet werk en zekerheid (Wwz) beoogt om het voor WW’ers aantrekkelijker te maken om een baan te accepteren met een lager loon dan het loon dat zij voor aanvang van de werkloosheid verdienden. Het verschil wordt dan aangevuld vanuit de WW. Eind 2019 waren er 57.800 mensen aan het werk met een aanvulling vanuit de WW.

Ontwikkeling WIA

De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) bestaat uit twee regelingen: de regeling Inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten (IVA) en de regeling Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA). Een IVA‑uitkering is voor mensen die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn en daardoor niet meer kunnen werken. Een klant krijgt een WGA‑uitkering als hij nog gedeeltelijk kan werken of als hij tijdelijk niet kan werken, maar dat binnen afzienbare termijn wel weer zal kunnen.

Tabel: Volumeontwikkeling WIA

 

Instroom

Uitstroom

Lopend

2006

21.000

2.000

*19100

2007

22.300

3.000

38.400

2008

24.900

4.100

59.400

2009

29.300

6.000

82.800

2010

35.600

8.500

110.100

2011

37.900

9.800

138.400

2012

33.900

10.800

161.700

2013

37.100

12.700

186.500

2014

36.900

14.100

209.600

2015

35.800

16.100

229.600

2016

40.000

16.600

253.300

2017

41.700

18.400

277.000

2018

43.400

18.800

302.500

2019

45.800

19.900

328.000

  • * Omdat er eind 2005 al sprake was van een klein aantal WIA-uitkeringen, correspondeert het lopende bestand eind 2006 niet met de instroom en uitstroom dat jaar.

Het aantal lopende WIA‑uitkeringen is in 2019 ten opzichte van eind 2018 verder gestegen met 25.500 (10.900 WGA‑uitkeringen en 14.600 IVA‑uitkeringen) tot in totaal 328.000. Dat is een stijging met 8,4%. Dat het aantal WIA‑uitkeringen nog steeds stijgt, is volgens verwachting. De WIA is als wet nog steeds in opbouw. Andersom neemt het aantal lopende uitkeringen voor de WAO, de voorloper van de WIA, in bijna hetzelfde tempo af.

In 2019 hebben we 45.800 nieuwe WIA‑uitkeringen verstrekt: 34.100 WGA‑uitkeringen en 11.700 IVA‑uitkeringen. De instroom is veel hoger dan de uitstroom. We zien de laatste jaren dat de instroom van 60‑plussers toeneemt. Deze ontwikkeling zal de komende jaren doorzetten. Dit is het gevolg van de verhoging van de pensioenleeftijd.

Er stromen nog relatief weinig mensen uit de WIA (19.900). Doordat de WIA naar verhouding nog niet zo lang bestaat, bereiken relatief weinig mensen in de WIA nu al de pensioengerechtigde leeftijd. De komende twee decennia zal de uitstroom gestaag toenemen. Overigens werkt 13,7% van de mensen naast de WIA‑uitkering in een dienstverband. Datzelfde geldt voor 17,0% van de mensen met een WAO‑uitkering. Pas na 2040 zal het aantal lopende uitkeringen vermoedelijk stabiliseren.

Ontwikkeling WAO

De Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) is de voorloper van de WIA (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen).

Tabel: Volumeontwikkeling WAO

 

Instroom

Uitstroom

Lopend

2003

66.300

83.200

785.600

2004

59.200

78.900

765.800

2005

19.900

82.300

703.100

2006

11.000

75.000

639.000

2007

11.700

54.700

596.000

2008

8.200

46.100

558.100

2009

5.600

42.000

521.700

2010

4.300

39.700

486.300

2011

3.100

45.500

443.900

2012

2.200

39.900

406.200

2013

1.000

34.500

373.100

2014

1.000

31.200

343.000

2015

900

28.800

315.100

2016

700

22.800

293.000

2017

700

21.000

272.500

2018

700

20.100

253.600

2019

600

17.600

236.500

Het totaalaantal WAO‑uitkeringen is in 2019 met 17.100 gedaald tot 236.500. Dat is een daling met bijna 7%. De meeste mensen met een WAO‑uitkering zijn 45 jaar of ouder. De totale uitstroom was met 17.600 lager dan in 2018 (20.100). Dit komt mede doordat er in 2019 als gevolg van de verhoging van de AOW‑leeftijd met vier maanden geen beëindigingen wegens pensionering waren. Uitkeringen werden vooral beëindigd wegens overlijden.

De instroom in de WAO bestaat alleen nog uit klanten van wie het recht op een uitkering al van vóór 2006 dateert, dat wil zeggen vóór de invoering van de WIA. We hebben 600 WAO‑uitkeringen toegekend in 2019.

Ontwikkeling Wajong

De Wajong is er voor mensen die al vóór hun 17e jaar arbeidsongeschikt waren, of dat tijdens de opleiding/studie werden. Het aantal klanten met een Wajong‑uitkering is jarenlang toegenomen, maar daalt sinds 2015 licht. Tot en met 2009 gold de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (de oude Wajong of oWajong). Op 1 januari 2010 werd de nieuwe Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (de nieuwe Wajong, nWajong of Wajong 2010) van kracht. Bij deze wet lag de nadruk op het arbeidsvermogen van Wajongers. Sinds 1 januari 2015 geldt de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong 2015). Deze wet is alleen nog toegankelijk voor jonggehandicapten die volledig en duurzaam geen arbeidsvermogen hebben. Hiermee wordt bedoeld dat zij door hun ziekte of handicap niet over arbeidsvermogen beschikken en dit ook nooit kunnen ontwikkelen. Hierdoor is het aantal nieuwe Wajong‑uitkeringen sinds 2015 veel lager dan daarvoor.

Tabel: Volumeontwikkeling Wajong

 

Instroom

Uitstroom

Lopend

2003

8.200

4.400

138.500

2004

9.400

4.900

142.600

2005

10.400

5.600

147.200

2006

13.600

4.900

155.900

2007

15.300

4.400

166.800

2008

16.100

4.300

178.600

2009

17.600

4.300

192.000

2010

17.800

4.600

205.100

2011

16.300

5.200

216.200

2012

15.300

5.100

226.500

2013

17.700

5.500

238.700

2014

17.400

5.700

250.600

2015

4.500

6.400

248.800

2016

4.200

6.100

247.100

2017

4.700

6.100

245.800

2018

5.200

6.500

245.100

2019

5.800

6.800

244.200

In 2019 is het aantal nieuwe Wajong‑uitkeringen echter 11% hoger dan in 2018. Het aantal Wajong 2015‑uitkeringen is in 2019 met 3.300 gestegen (36%). Daartegenover staat een iets grotere daling (met 4.200) van het aantal uitkeringen op grond van de oude Wajong en de Wajong 2010. Hierdoor blijft het totale aantal Wajong‑uitkeringen licht dalen.

In 2019 kenden we 3.500 nieuwe uitkeringen voor de Wajong 2015 toe en beëindigden we er 236. Eind 2019 waren er 12.400 lopende Wajong 2015‑uitkeringen.

Het aantal mensen met een oWajong‑uitkering is gedaald tot 168.200 per eind 2019. Er werden in 2019 1.000 oWajong‑uitkeringen toegekend en 4.300 oWajong‑uitkeringen beëindigd.

De instroom in de Wajong 2010 bedroeg in 2019 bijna 1.300. Eind 2019 waren er 63.500 mensen met een uitkering op grond van de Wajong 2010. Van ruim 2.200 mensen met een Wajong 2010‑uitkering werd de uitkering beëindigd.

Het totaalaantal lopende Wajong‑uitkeringen was eind 2019 met 244.200 iets (0,4%) lager dan per eind 2018 (245.100).

Ontwikkeling WAZ

De Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) geeft recht op een uitkering op minimumniveau als een zelfstandige langdurig arbeidsongeschikt is.

Tabel: Volumeontwikkeling WAZ

 

Instroom

Uitstroom

 

2003

6.900

7.200

55.900

2004

6.200

6.600

55.500

2005

4.700

6.900

53.400

2006

1.200

7.300

47.300

2007

1.200

5.500

43.000

2008

600

4.900

38.700

2009

300

4.700

34.300

2010

200

4.000

30.400

2011

200

4.600

26.000

2012

200

3.700

22.500

2013

100

3.100

19.600

2014

100

2.500

17.200

2015

100

2.100

15.100

2016

100

1.600

13.500

2017

100

1.500

12.000

2018

26

1.300

10.800

2019

49

1.100

9.700

Het aantal mensen met een WAZ‑uitkering is in 2019 met 1.100 (10% )verder gedaald tot 9.700. Dit komt doordat per 1 augustus 2005 de toegang tot de WAZ is gesloten; er komen vrijwel geen nieuwe klanten meer bij.

De instroom die nog plaatsvindt, is een gevolg van overloop uit andere wetten en herleving van oude rechten. In 2019 werden 49 nieuwe WAZ‑uitkeringen toegekend. Het overgrote deel van alle klanten met een WAZ‑uitkering is 55 jaar of ouder.

Ontwikkeling toekenningen Ziektewet

Het vangnet van de Ziektewet is onder meer bedoeld voor zieke werklozen en zieke uitzendkrachten. Zij hebben geen werkgever die voor hun verzuimbegeleiding en re‑integratie verantwoordelijk is. UWV begeleidt deze mensen op sociaal‑medisch gebied, zoals de werkgever en de arbodienst dat doen voor de werknemers van reguliere werkgevers.

Tabel: Volumeontwikkeling Ziektewet

 

Uitzendkrachten

Werklozen

Zwangere vrouwen

Overigen

Totaal

2007

183.900

32.800

65.500

58.500

340.700

2008

170.100

20.600

68.900

67.600

327.200

2009

122.300

22.000

70.100

78.800

293.200

2010

96.300

28.600

77.500

78.800

281.200

2011

87.400

28.400

77.000

80.600

273.400

2012

72.800

29.800

77.000

80.800

260.400

2013

23.100

32.300

73.600

81.600

210.600

2014

17.000

39.200

72.800

73.500

202.500

2015

18.600

39.400

69.500

76.700

204.200

2016*

24.100

41.500

75.800

94.600

236.000

2017

26.200

38.800

75.600

111.100

251.700

2018

34.600

34.600

76.600

136.800

282.600

2019

42.900

31.600

79.100

144.400

298.000

  • * Als gevolg van een verbeterde rekenmethode zijn deze cijfers bijgesteld.

 2019 zijn 5% meer Ziektewet‑uitkeringen toegekend dan in 2018: 298.000 tegenover 282.600. Dit heeft te maken met de groei van de economie. Die zorgt voor meer werkgelegenheid en meer tijdelijke contracten. Gevolg is een stijging van het aantal ziekmeldingen van bijvoorbeeld uitzendkrachten met 23,9%. Daarnaast is er een sterke toename met 18,5% van het aantal uitkeringen aan werknemers met een no‑riskpolis. Dat komt vooral door de toenemende bekendheid van de polis bij werkgevers en werknemers, met name bij mensen die zijn opgenomen in het doelgroepregister voor de banenafspraak. Het aantal uitkeringen aan werknemers die ziek zijn aan het einde van hun (tijdelijke) contract en/of dienstverband (eindedienstverbanders) nam met 15,0% sterk af.

De meeste Ziektewet‑uitkeringen werden toegekend aan alle flexwerkers tezamen (30,9%), aan mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering die werken en in aanmerking komen voor de zogenoemde no‑riskpolis (30,0%) en aan zwangere vrouwen die voor of tijdens hun zwangerschapsverlof ziek werden (26,5%). Verder ging het om zieke WW’ers (10,6%), vrijwillig verzekerden (1,8%) en zieken die in overige categorieën vallen (0,2%).

Uitstroom uit de Ziektewet

In 2019 werden 4% meer Ziektewet‑uitkeringen beëindigd dan in 2018: 335.100 tegenover 321.600. De tabel toont het aandeel van de verschillende vangnetcategorieën binnen de uitstroom uit de Ziektewet.

Tabel: Uitstroom uit Ziektewet naar vangnetcategorieën

 

2019

2018

Zwangerschap

76.000

73.800

Uitzendkrachten

53.400

40.800

Flex overig (stagiaires, oproepkrachten, overige bijzondere dienstverbanden)

19.300

17.200

Ontslag (einde dienstverband)

37.600

45.200

Zieke werklozen

57.400

67.800

No-riskpolis

85.700

71.000

Vrijwillig verzekerden

5.200

5.300

Overig

500

500

Totaal

335.100

321.600

Ontwikkeling Wazo

De Wet arbeid en zorg (Wazo) regelt dat vrouwen een uitkering van minimaal 16 weken krijgen tijdens en na hun zwangerschap. Verder regelt de Wazo onder andere verlof en uitkering bij adoptie en pleegzorg. Het aantal mensen met een Wazo‑uitkering was eind 2019 met 43.600 0,9% hoger dan eind 2018 (43.200). Deze aantallen zijn inclusief de uitkeringen wegens zwangerschapsverlof voor vrouwen die als zelfstandige werken, volgens de Zelfstandig en Zwanger‑regeling (ZEZ).

Tabel: Volumeontwikkeling Wazo

 

Toekenningen

Beëindigingen

Lopend

2006

146.000

139.000

41.000

2007

129.000

134.000

42.000

2008

137.000

136.000

43.000

2009

140.000

140.000

43.000

2010

139.000

141.000

43.000

2011

137.000

145.000

43.000

2012

135.000

136.000

42.000

2013

134.000

133.000

40.000

2014*

140.000

143.000

44.000

2015*

138.000

140.000

42.000

2016*

143.000

142.000

43.000

2017*

141.000

137.000

42.000

2018*

143.000

140.000

43.000

2019*

162.000

142.000

44.000

  • * Met ingang van 2014 worden ook de ZEZ-uitkeringen meegerekend. Vrouwen die als zelfstandige werken, krijgen wegens zwangerschapsverlof een uitkering volgens de regeling Zelfstandig en Zwanger (ZEZ).

In 2019 hebben we 161.600 nieuwe Wazo‑uitkeringen toegekend. Dit aantal is veel hoger (13%) dan in dezelfde periode in 2018, doordat er circa 17.600 eenmalige uitkeringen zijn verstrekt in verband met de Compensatieregeling ZEZ. Zelfstandigen die tussen 7 mei 2005 en 7 juni 2008 zijn bevallen, konden een compensatie aanvragen bij UWV omdat zij in de genoemde periode niet in aanmerking kwamen voor een zwangerschaps- en bevallingsuitkering. De compensatie is in de eerste maanden van 2019 toegekend en uitgekeerd.

We keerden 131.500 uitkeringen toe in verband met zwangerschaps- en bevallingsverlof van werkneemsters, 800 meer dan in 2018 (130.700). Er zijn 900 uitkeringen wegens pleegzorg- of adoptieverlof toegekend, evenveel als in 2018. Op basis van de ZEZ zijn er 29.200 uitkeringen toegekend wegens zwangerschaps- en bevallingsverlof voor vrouwen die als zelfstandige werken. Dit aantal is inclusief de 17.600 in verband met de Compensatieregeling ZEZ verstrekte uitkeringen.